Inspectie: politieagenten verbeteren kennis van hun bevoegdheden
De parate kennis van medewerkers in de basispolitiezorg is in zes jaar tijd sterk verbeterd. Dat meldt de Inspectie Justitie en Veiligheid die onderzocht of agenten uit het hoofd weten wat ze moeten doen in noodsituaties. Nu scoort 85 procent een voldoende op het onderdeel basisbevoegdheden, tegen 47 procent in 2014.
Het gaat dan over kennis van eerste hulpverlening, de Brancherichtlijn Verkeer en ook basisbevoegdheden zoals staande houden, doorzoeken, in beslag nemen en identiteitsonderzoek.
Agenten moeten paraat hebben wanneer zij bijvoorbeeld iemand mogen aanhouden. Ze moeten weten aan welke regels zij zich moeten houden als ze met sirene en zwaailicht ergens naar toe moeten rijden. Vaak komen zij als eersten aan bij noodhulpsituaties zoals een overval of een ongeluk. Dan is het belangrijk dat ze ook weten hoe ze eerste hulp moeten verlenen. Er is immers geen tijd om dan eerst informatie op te zoeken.
In 2014 concludeerde de Inspectie JenV dat de kennis van basisbevoegdheden bij agenten verbeterd moest worden. De politie heeft er sindsdien veel aan gedaan om het kennisniveau te verbeteren, constateert de inspectie. Er kwamen een kwaliteitssysteem, een jaarlijkse toetsing en diverse trainingen.
De Inspectie JenV adviseert de korpschef van de Nationale Politie wel er onder meer voor te zorgen dat agenten ook na 2021 hun kennis over eerste hulp structureel kunnen onderhouden. Er is namelijk niet vastgelegd dat deze trainingen blijven bestaan.
De politie heeft op haar website het onderzoek aangehaald. Ze noemt parate kennis essentieel, zeker in de basispolitiezorg. „Collega’s willen ook graag leren, maar geven aan er nauwelijks tijd voor te hebben. De roosters moeten immers gevuld. Toch moet het in overleg met de leidinggevende mogelijk zijn om een oplossing te vinden. Bijvoorbeeld het leren op de werkplek door tijdens of na de dienst elkaar feedback te geven op het gedane werk.”