„Heiligheid moet christen stempelen”
„God spreekt. Dat is één. Wij zijn stil. Dat is twee. Wij stamelen over God. Dat is drie.” Zo poogde prof. dr. H. G. L. Peels, oudtestamenticus aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), zaterdag iets over Gods heiligheid te zeggen.
Hij sprak op de bondsdag van de Bond van Christelijke Gereformeerde Mannenverenigingen in de christelijke gereformeerde kerk De Tabernakel in Ede. Er werd een aanhankelijkheidsbetuiging gestuurd naar de Koningin en een brief naar medewerkers op het zendingsveld.
Prof. Peels zette zijn lezing met de titel ”En Wiens Naam de Heilige is” in met de opmerking dat hij over dit onderwerp vele uren met liefde zou kunnen spreken. „Niets wil ik liever doen dan onderzoeken Wie de Heere Zelf is. We komen niet veel verder dan het stamelen van wat woorden.”
Toch is het volgens de hoogleraar heel belangrijk welk godsbeeld iemand heeft, omdat dat bepalend is voor het staan in het leven. Wie is God? „De Heere gaat Zijn soevereine weg. Hij is de Gans Andere, Die vrijmachtig handelend optreedt. Heiligheid geeft het meeste de eenheid van God aan. Heiligheid doordringt alle deugden van de Heere en raakt aan Zijn wezen.”
Prof. Peels noemt Jesaja de profeet bij uitstek die in het Oude Testament de prediking van Gods heiligheid deed uitgaan, wat te maken had met zijn roeping. „In zijn roepingsvisioen ziet hij de Heere als een Koning Die troont in de hemel. De serafim zweven om de troon en bedekken hun aangezicht. Heilig, heilig, heilig, zingen ze. Er is een kloof tussen Hem en de zonde, waarmee de wereld geïnfecteerd is. Toch wil God met de mens verkeren. Snapt u dat?”
De Apeldoornse oudtestamenticus ging zowel in op de „schaduwzijde” van Gods heiligheid als op de „lichtzijde.” Bij de schaduwzijde gaat het om naijver, toorn en wraak. „Het laat de Heere niet koud als Zijn volk nonchalant met Hem omgaat. Als je leest over Gods toorn zul je toch wel afleren om goedkoop over God te spreken. Wraak is rechtshandhaving. Hij laat het onrecht niet voortwoekeren.”
Wat betreft de lichtzijde noemde de hoogleraar zowel de profeten Jesaja als Hosea. Hosea 11 toont de grote liefde van de Heere voor Zijn volk. „De Heere doet Zijn volk goed, maar het keert zich tegen Hem. Dan lijkt het dat God er een einde aan maakt en toch wil Hij het Zelf niet. Er vindt een omkering plaats in Gods hart. Zijn berouw en medelijden worden opgewekt. Liefde verhindert dat de toorn wordt uitgevoerd.”
Christenen moeten, aldus prof. Peels, een heilig volk zijn. „Dat moet ons leven stempelen. Dat geldt voor alles wat we doen, ook als we met internet bezig zijn in de late uurtjes.”
In de erediensten zal er ook iets van zichtbaar moeten worden. „De eredienst is geen keuveluur of bijbelstudie of opwekkingsdienst voor ons gevoel, maar het gaat om de ontmoeting met de Heilige, Die we onder ogen komen. Dan moet er eerbied, ontzag en concentratie zijn. Het profane en het heilige mogen niet worden vermengd. De prediking is geen exposé met leuke verhaaltjes, evenmin een gortdroog verhaal over dogmatische onderwerpen. Het gaat er ook niet in de eerste plaats om of er psalmen of gezangen gezongen worden, maar of er met het hart gezongen wordt”, zei prof. Peels.
Tijdens zijn openingswoord wees de voorzitter van de mannenbond, ds. D. van der Zwaag, erop, dat we niet alleen in het Oude Testament, maar ook in het Nieuwe Testament Gods heiligheid tegenkomen. „Als je Openbaring 1 leest, zie je dat Jezus Christus ook die majesteitelijke God is. Die heilige God woont bij verbrijzelden, treurigen en gebrokenen van hart.”
’s Middags was er een forumbespreking met prof. Peels, ds. J. van Amstel en ds. L. den Butter onder leiding van ds. Van der Zwaag. Prof. Peels stelde dat avondmaalsmijding mogelijk ook te maken kan hebben met de vrees voor een heilig God.
In zijn slotwoord zei ds. J. van Amstel dat het zorgvuldigheid vereist om een levende brief van Christus te zijn. „Wij kunnen door onze levenshouding de naam van de Heere ontheiligen. We moeten bidden dat Gods Naam om onzentwil niet gelasterd maar geëerd en geprezen wordt.”