Mohammed B. zwijgt in alle talen
Mohammed B., verdacht van de moord op Theo van Gogh, zwijgt in alle talen. Intussen verstaan Justitie, het openbaar ministerie en de stad Amsterdam elkaar niet goed.
De Amsterdamse ’driehoek’ zat er vrijdag een beetje stijfjes bij in de koffiekamer van het stadhuis in Amsterdam. En dat kwam niet alleen door de zichtbaar opgevoerde beveiliging en de massaal aanwezige media.
Communicatie was het sleutelwoord tijdens de persconferentie over de voortgang in het onderzoek naar de moord op Theo van Gogh. Of eigenlijk: miscommunicatie. Hoofdcommissaris van politie B. Welten had verwijten richting de pers, hoofdofficier van justitie L. de Wit kapittelde zijn minister en burgemeester Cohen bekritiseerde het Rijk.
Eerst de feiten. De 26-jarige Mohammed B. heeft zich de afgelopen dagen tijdens verhoren door de politie beroepen op zijn zwijgrecht, aldus De Wit. Om er direct de lijst van verdachtmakingen aan toe te voegen.
Het openbaar ministerie verdenkt B. niet alleen van de moord op Theo van Gogh, maar ook van „poging tot moord op een politieagent, poging tot doodslag op een of meer omstanders, onder wie politiemensen, overtreding van de wapenwet, verdenking van deelname aan een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk en samenspanning tot moord met een terroristisch oogmerk op Van Gogh, VVD-Tweede-Kamerlid Hirsi Ali en/of anderen.”
B. en zes medeverdachten zijn vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris. Die besloot vrijdagavond ze langer in voorlopige hechtenis te houden. Een van de zes verbleef illegaal in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat zij contact met elkaar hadden.
De inhoudelijke behandeling van de strafzaken zal over enkele maanden zijn. Op de eis van het OM kan de Amsterdamse rechtbank B. een levenslange gevangenisstraf opleggen.
De brieven die op het lichaam van Van Gogh werden aangetroffen, maken deel uit van het strafdossier. Daarom is hoofdofficier De Wit niet blij met openbaarmaking van de epistels door minister Donner van Justitie. „De brieven dienen eerst aan de rechter te worden voorgelegd.”
Wat de hoofdofficier bedoelt, is dat B. door de publieke opinie mogelijk al is veroordeeld voordat er ook maar een rechter aan te pas is gekomen. Communicatiefoutje binnen Justitie? „De minister heeft anders beslist.” Donner zei donderdag de brieven openbaar te maken omdat het om „een uitzonderlijke beslissing in een uitzonderlijke zaak” ging. De brieven stonden vrijdag in alle kranten en op internet.
Volgens hoogleraar strafrecht T. de Roos van de Universiteit Leiden is het niet tegen de wet om informatie over een lopende strafzaak naar buiten te brengen. In de praktijk is het OM wel terughoudend in het vrijgeven van informatie. Te grote openheid kan een succesvolle vervolging in gevaar brengen. B.’s advocaat, mr. P. Plasman, zal daar bij de behandeling voor de rechtbank zeker een punt van maken.
In een van de brieven wordt het kamerlid Hirsi Ali met name genoemd. „Je zal jezelf stuk slaan op de islam!” Dat bracht in ieder geval het dagblad De Telegraaf tot de overtuiging dat er onder radicale moslims een ’dodenlijst’ bestaat. Korpschef Welten zei vrijdag dat er „geen sprake” is van een dodenlijst. Als media daarover beschikken, is het hun plicht die aan de politie te overhandigen. Hij noemde het „onjuist om hierover te speculeren.”
Ook burgemeester Cohen van Amsterdam zou op de lijst staan. Hij is niet bang na de moord op Van Gogh. „Ik heb het volste vertrouwen in de beveiliging.” De zichtbare en onzichtbare beveiliging is sinds dinsdag opgevoerd. Cohen noemde een „gezamenlijke aanpak van fundamentalistische groeperingen essentieel.” Daarom wordt alle informatie op lokaal en nationaal niveau gebundeld. Dat hij al anderhalf jaar geleden de AIVD om informatie over specifieke groepen vroeg, er zich verschillende politiediensten mee bezighielden en Cohen in feite aan het lijntje werd gehouden, daar sprak de burgemeester vrijdag niet over. Maar hij wond zich er wel over op. „Ik wil als burgemeester weten wat er in de stad gebeurt.”
Volgens korpschef Welten is het beeld in Amsterdam deze dagen rustig. Na de moord op Van Gogh heeft de politie een ’vredesdraaiboek’ in werking gesteld. Dat betekent extra toezicht, zichtbaar en onzichtbaar, op straat, en de inzet van 200 buurtregisseurs die de ogen en oren in de buurt zijn. De mobiele eenheid blijft achter de hand.