Beladen referendum over gemeentelijke herindeling in Macedonië
„Blijft u op 7 november thuis om televisie te kijken. Maar ga niet stemmen, want daarmee keert u zich tegen de toekomst van Macedonië.” Met deze woorden waarschuwde de Britse minister van Europese Zaken, MacShane, vorige week in Skopje de Macedonische bevolking vooral niet deel te nemen aan het omstreden referendum dat zondag plaatsvindt.
De Brit is niet de enige buitenlandse politicus die zich de laatste tijd direct heeft bemoeid met het democratische proces in het zuidelijke Balkanland. EU-voorzitter Prodi, de Amerikaanse minister Rumsfeld en ook NAVO-topman De Hoop Scheffer stelden allemaal dat een stem bij het referendum een ”stem tegen Europa” is. Maar de oproepen lijken averechts te hebben gewerkt: er wordt zondag een hoge opkomst verwacht. En een nee tegen de hervormingen kan het land in een nieuwe etnische crisis storten.
In het referendum spreekt Macedonië zich uit over de hervormingen die zijn gekoppeld aan de akkoorden van Ohrid uit 2001. In dat jaar waren, als gevolg van de Kosovo-crisis, gevechten uitgebroken tussen het leger en rebellen van de Albanese minderheid. Na een halfjaar van onrust werden aan het Meer van Ohrid afspraken gemaakt om de vrede te herstellen. Er zouden hervormingen worden doorgevoerd, zodat Macedonië snel lid kon worden van de NAVO en de Europese Unie.
Een van de belangrijkste hervormingen is de Wet op territoriale verdeling, die in augustus na lang soebatten werd aangenomen door het parlement. De wet houdt in dat het bestuur wordt gedecentraliseerd en dat het aantal gemeenten wordt ingeperkt. Maar de nieuwe gemeentegrenzen die zijn getrokken zijn slecht gevallen bij de Macedonische meerderheid, omdat in enkele gemeenten in het westen van het land de Albanezen de meerderheid zouden gaan vormen.
Het herindelingsplan heeft een felle tegenbeweging op gang gebracht die wordt geleid door de nationalistische Macedonische oppositiepartijen. Gedurende de zomer werden er al blokkades opgeworpen en demonstraties gehouden in de westelijke steden Struga en Kicevo, en ook in Skopje. Toen de omstreden wet toch werd aangenomen, kwam er direct een campagne voor een referendum op gang. Binnen twee maanden haalden 20.000 vrijwilligers de noodzakelijke 150.000 handtekeningen op.
Om het omstreden wetsvoorstel van tafel te krijgen is zondag een opkomst van minimaal 50 procent nodig. Ondanks de herhaalde oproepen van de regeringspartijen en ook uit het buitenland om niet te stemmen is er een gerede kans dat dit minimum gehaald wordt. En peilingen wijzen uit dat van de mensen die gaan stemmen de grote meerderheid nee zal invullen. Een flink deel van de Macedoniërs, waaronder ook de elite, heeft een diep zittende vrees dat de Albanese gemeenten zich uiteindelijk zullen afscheiden om op te kunnen gaan in een Groot-Albanië.
Van de Albanese minderheid gaat zondag bijna niemand stemmen. Alle Albanese partijen, ook die in de oppositie zitten, boycotten het referendum. Geen wonder, want zij hebben het meeste te verliezen bij het terugdraaien van de hervormingen. De nieuwe wetgeving versterkte hun rechten, waaronder het onderwijs in de eigen taal.
Dat alles dreigt zondag in één klap te worden teruggedraaid. Er gaan geruchten dat sommige Albanezen zich al op een nieuwe gewapende strijd voorbereiden. Toevallig gebeurt dat op het moment dat de NAVO in de laatste fase zit van het ontwapenen van de NLA, de Albanese guerrilla die in 2001 actief was. NLA-leider Ali Ahmeti heeft beloofd dat dit proces doorgaat, ongeacht de uitslag van het referendum.
Volgens een VN-rapport dat de afgelopen week verscheen wordt de neebeweging in Macedonië vooral gevoed door frustraties over de slechte economie, de werkloosheid en de corruptie in het land. Meer dan de helft van de bevolking zegt geen vertrouwen te hebben in de regering, het parlement en de rechtspraak. „We hebben meer referenda nodig”, aldus Arso Arsovski, voorzitter van de Macedonische veteranen uit de Tweede Wereldoorlog. „We moeten geen passieve stemmers zijn die alleen bij de verkiezingen opkomen. We moeten zelf deelnemen aan het aanpakken van de problemen.”
Veel Macedoniërs protesteren met het referendum vooral tegen de botte manier waarop de regering, onder druk van het buitenland, de wet door het parlement heeft geloodst. „De regering had eerst beloofd dat de regionale overheden zouden worden geconsulteerd over de nieuwe gemeentegrenzen, maar deze afspraken zijn niet in het wetsvoorstel opgenomen”, stelt professor Gordana Siljanovska, docente rechten aan de universiteit van Skopje. „In andere landen, zoals Slowakije, werd wel een referendum gehouden over nieuwe gemeentegrenzen. Hier gebeurt dit vreemd genoeg niet. Bovendien spelen er wel degelijk etnische kwesties een rol in het wetsvoorstel.”
Siljanovska doelt hiermee op de omstreden nieuwe status van Skopje. De regering wil dat de hoofdstad officieel tweetalig wordt, maar daarvoor wonen er te weinig Albanezen. Vandaar dat er enkele omliggende Albanese dorpen aan de gemeente zijn toegevoegd om het vereiste quotum te halen, tot woede van de Macedoniërs. In een van die dorpen, Kondovo, zouden de Albanezen zich aan het bewapenen zijn.
Inmiddels wordt er volop gespeculeerd over de mogelijke scenario’s na het referendum. Als de neestemmers winnen is, de kans groot dat de regering valt en dat de Albanezen zich gaan roeren. Als de opkomst te laag is en het referendum mislukt, zal dit leiden tot onrust onder de Macedoniërs, vooral onder degenen die wonen in gemeenten waar de Albanezen de meerderheid vormen.
Ondanks de oplopende emoties lijken beide bevolkingsgroepen weinig trek te hebben in een nieuw gewapend conflict. Een derde optie lijkt daarom dat de verschillende partijen, al dan niet na nieuwe verkiezingen, opnieuw gaan onderhandelingen over de gemeentelijke herindeling. Dat zou wel betekenen dat de toetreding van Macedonië tot de Europese Unie langer zal gaan duren.
Ondertussen probeert het buitenland nog op alle mogelijke manieren de Macedonische meerderheid mild te stemmen. De Verenigde Staten maakten donderdag plotseling bekend dat ze het land voortaan erkennen onder de naam Macedonië. Tot nu toe werd steeds de naam Voormalige Joegoslavische Republiek van Macedonië gebruikt. Dit om de Grieken niet te schofferen, die dezelfde naam claimen voor het noorden van hun land.
Behalve Washington heeft ook Duitsland laten weten de naam Macedonië te zullen erkennen, mits de Ohrid-akkoorden in hun huidige vorm worden uitgevoerd. Hier lijkt de wens de vader van de gedachte. Want het is sterk de vraag of de Macedoniërs hierdoor zullen besluiten om zondag rustig thuis televisie te gaan kijken.