EU helpt mee aan wederopbouw Irak
De EU-regeringsleiders hebben vrijdag op de Europese top in Brussel met de Iraakse minister-president Allawi afgesproken dat de Unie gaat bijdragen aan de wederopbouw van een stabiel, veilig en democratisch Irak.
Daartoe zal onder andere eind deze maand een speciaal team naar Irak worden uitgezonden die een politie- en justitiemissie moet voorbereiden. Die missie zou zijn werkzaamheden na de verkiezingen in januari volgend jaar moeten beginnen. Het is daarvoor nu nog te vroeg, aldus de Europese regeringsleiders. Voordat een definitieve beslissing wordt genomen, moet namelijk eerst de veiligheid in Irak op orde zijn.
De EU-regeringsleiders zegden Allawi verder toe dat de EU geld uittrekt voor de ondersteuning van de verkiezingen in januari volgend jaar. De Unie gaat ook helpen met de training van de Iraakse politie. Daarnaast ondersteunt de EU Irak bij de opzet van het juridisch systeem en levert ze een bijdrage voor de financiering van een beschermingsmacht voor de VN. Ten slotte geeft de Unie Irak uitzicht op een handels- en samenwerkingsakkoord.
Met het hulppakket hoopt de EU de diepe kloof in de eigen gelederen over de oorlog in Irak te overbruggen en met een schone lei te gaan samenwerken met de VS.
Allawi reageerde na afloop van de bijeenkomst verheugd op de toezeggingen van de EU-regeringsleiders. „Wij zijn Europa bijzonder dankbaar”, aldus de premier. „We hebben unaniem steun gekregen.”
Hij kwam eerder op de dag nog even terug op zijn uitspraken jegens Frankrijk en Duitsland. Allawi merkte donderdag op dat die landen niet alleen moeten toekijken, maar moeten meehelpen aan de wederopbouw van Irak. De Iraakse premier wil niet meer terugkijken op het verleden, zei hij vrijdag. „De EU is edelmoedig en groot geweest. We moeten een nieuw hoofdstuk beginnen en naar de toekomst kijken.”
De Franse president Chirac, die donderdag geïrriteerd reageerde op de woorden van Allawi, ontkende dat hij de Europese top vroegtijdig verliet om een ontmoeting met de Iraakse premier te voorkomen. „Ik heb nooit geweigerd Allawi te ontmoeten. Als hij wil langskomen, kan hij altijd naar Parijs komen.”