Voor het eerst export AstraZeneca-vaccins uit EU tegengehouden
Voor het eerst is de uitvoer van een vracht coronavaccins van AstraZeneca uit de EU tegengehouden. Een partij van 250.000 vaccins mag van Italië en de Europese Commissie niet naar Australië worden geëxporteerd, bevestigen Brusselse bronnen na berichtgeving door de Financial Times.
AstraZeneca levert al geruime tijd minder aan de Europese Unie dan is afgesproken. Ook de leveringen komend voorjaar dreigen tegen te vallen. Als een vaccinfabrikant niet aan zijn verplichtingen voldoet, kunnen EU-landen en de Europese Commissie de export blokkeren.
Een fabrikant moet het EU-land waar het opereert sinds ruim een maand inlichten over een geplande uitvoer. Dat land, in dit geval Italië, legt zijn besluit aan de commissie voor. Die heeft het laatste woord. Italië heeft de exportweigering eind vorige week gemeld, schrijft de Britse zakenkrant.
Sinds de exporttoets bestaat heeft AstraZeneca niet of nauwelijks coronavaccins van EU-makelij uitgevoerd, meldden de Europese Commissie en het bedrijf vorige week. Concurrent Pfizer deed dat wel, maar kreeg telkens toestemming. Pfizer levert zijn vaccins aan de EU vooralsnog vrijwel volgens afspraak. Net als Moderna, de maker van het derde vaccin dat in de EU gebruikt mag worden.
Over de exportbeperkingen was veel te doen, onder andere omdat die volgens critici een ‘vaccinoorlog’ zou kunnen ontketenen. De EU zou tegenmaatregelen van andere landen over zich kunnen afroepen. Bij zo’n kettingreactie is niemand gebaat, omdat benodigdheden voor een vaccin vaak op heel verschillende plaatsen worden gemaakt en ze dus soms de hele wereld over reizen voor er mee kan worden geprikt.