Hof spreekt Enkhuizer vrij in 16 oude zaak rond dood Schagenaar
Het gerechtshof heeft een 73-jarige man uit Enkhuizen dinsdag vrijgesproken van betrokkenheid bij de ontvoering en dood van Paul Epskamp uit Schagen in 2005. Het hof veroordeelde de Enkhuizer wel tot 23 maanden cel voor het vervoer en bezit van een grote hoeveelheid hasj.
Tegen Ab H. was bij het gerechtshof in Den Haag een gevangenisstraf van zeven jaar en ruim twee maanden geëist voor zijn rol bij de ontvoering en mishandeling van de Schagenaar en het hasjtransport. Het lichaam van Epskamp werd op 21 januari 2005 gevonden op een bouwplaats bij Vinkeveen. Hij bleek te zijn gemarteld. Epskamp had twee ribbreuken en er was in zijn knieschijven geboord. De Schagenaar werd sinds 13 januari dat jaar vermist.
Achtergrond van de misdrijven was een verdwenen partij hasj. Het slachtoffer werd door leden van een criminele organisatie voor het verdwijnen van de drugs verantwoordelijk gehouden. In de ogen van justitie was H. betrokken bij de langdurige, gewelddadige gijzeling van het slachtoffer. Maar het gerechtshof in Den Haag vindt niet bewezen dat de man weet had van de martelplannen. „Daarom kan een bewuste nauwe samenwerking van de man bij de uitvoering van die plannen niet bewezen worden”, aldus het gerechtshof.
De verdachte uit Enkhuizen werd in 2010 al door het gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, die hij heeft uitgezeten. De verdachte was destijds niet bij de behandeling van zijn hoger beroep aanwezig, omdat hij vastzat in Noorwegen. H. stapte naar het Europese Hof. Dat oordeelde dat zijn recht om aanwezig te zijn bij de rechtszaak zwaarder weegt dan het recht van justitie en de slachtoffers op een spoedige afdoening. De Hoge Raad had daarom de zaak naar het gerechtshof in Den Haag verwezen voor een nieuwe behandeling.