Chaletbouwer merkt niets van malaise
Het is de droom van iedere startende ondernemer. Zonder marktonderzoek met geringe middelen een geslaagd product maken. Voor Paul en Edward van Arragon werd deze droom werkelijkheid. Ze begonnen in 2002 in het Overijsselse Goor met het bouwen van houten chalets. Twee in totaal. „Nu zijn ze niet meer aan te slepen.”
„Onze moeder had een nieuw chalet gekocht. Die bungalow vertoonde mankementen en moest terug naar de importeur. Ik stelde toen voor er zelf eentje te bouwen. Dan moet je dat nu doen, zei ze, anders koop ik een andere.” Paul van Arragon (34) glimlacht als hij terugdenkt aan dat moment in 2001. Hij besloot het werk in zijn eigen bedrijfje, waarin hij met aluminium werkte, op een laag pitje te zetten. „Als ik het leuk vind, ga ik door met het maken van chalets, dacht ik.”
Het was de start van Arragon Chalet-Bouw. Broer Edward (32) hield zijn baan als maatschappelijk werker nog een tijdje aan, maar begon ondertussen driftig mee te bouwen. „Ik voelde me wel aangetrokken tot het ondernemerschap. Ik had de jaren ervoor een studie bedrijfskunde gevolgd.”
In 2002 bouwden de broers twee houten recreatiebungalows, het jaar daarop drie en dit jaar 22. Edward, die de verkoop grotendeels voor zijn rekening neemt, verwacht volgend jaar zeker veertig houten vakantieverblijven te kunnen opleveren. De omzet groeide naar 1 miljoen euro in 2004. De broers hebben ondertussen negen medewerkers in dienst. Pauls echtgenote verzorgt de administratie.
De eerste houten woning verrees in een gehuurd pand aan de Stationslaan. De Van Arragons huurden daarna een aanpalende loods en houden kantoor in het nabijgelegen bedrijfsverzamelgebouw. De snelle groei heeft beiden verrast. Er wordt nu druk onderhandeld met een gemeente in de omgeving over nieuwbouw op een industrieterrein. Het nieuwe pand moet een verdere groei aankunnen.
De eerste chalets werden gebouwd volgens de stapelbouwmethode, zoals die in Zweedse en Finse huizen gebruikelijk is. „Later pasten we ook de traditionele houtskeletbouw toe. Sinds dit jaar kunnen we woningen met ronde stammen bouwen”, zegt Paul. „Als enige in Nederland.” Voor elke woning is een enorme partij hout nodig. Hij wijst op een chalet in aanbouw op het buitenterrein. „Deze weegt straks 17 ton.” Voor het onderstel, waarmee de woning naar een recreatiepark wordt gereden, worden daarom tweedehands vliegtuigwielen gebruikt. Afkomstig van een F-16. „Die zijn sterk genoeg.”
Ieder chalet is aangepast aan de wensen van de klant. Het grenenhout wordt onder hoge temperaturen gekookt en kan daardoor zeker dertig jaar mee. Beits dient slechts om vergrijzing van het product tegen te gaan. Voor isolatie van plafonds, wanden en vloeren maken de broers gebruik van vlas. „Drie keer zo duur als normaal isolatiemateriaal, maar wel een natuurlijk product. Dat blijft als het ware ademen. Normaal moet je vochtvreters plaatsen en komt er tijdens de wintermaanden binnen een nare lucht te hangen.”
Van Arragon Chalet-Bouw verzorgt zelf de complete afwerking. „Radiatoren, cv, betegeling, toilet, een moderne keuken. De bewoner of verhuurder hoeft alleen meubels te plaatsen.” Goedkoop zijn de houten huizen niet. Voor een gemiddeld exemplaar telt de klant al gauw 70.000 euro neer. Vakantiehuisjes waarvoor een echte fundering nodig is, worden ter plekke gemonteerd. De andere reizen via speciaal transport ’s nachts naar de plek van bestemming.
De broers, beiden lid van de christelijke gereformeerde kerk van Zutphen, kozen bewust voor het gebruik van duurzame materialen en voor de aankoop van hout op plaatsen waar rekening wordt gehouden met voldoende nieuwe aanplant. „Verder hebben we afgesproken om een percentage van de omzet te besteden voor de medemens.”
Binnen het bedrijf proberen zij een christelijke identiteit te bewaren. „Hoewel het moeilijk is om gekwalificeerd personeel uit de gereformeerde gezindte te werven, zijn acht van de negen medewerkers kerkelijk meelevend. Op maandagochtend en vrijdagmiddag openen en sluiten we de week en in de kantine wordt voor en na het eten stilte in acht genomen. Op Goede Vrijdag zijn we gesloten”, zegt Edward, zelf kerkenraadslid.
De broers merkten tot op heden weinig van de malaise in de recreatiesector. „We zijn natuurlijk gestart in een tijd dat het wat minder ging, dan ervaar je weinig van de neergang.” Daar komt bij dat de vraag naar hun product razendsnel toenam. „In de eigen gezindte en daarbuiten. Er is een behoorlijke groep vijftigplussers die geld heeft voor een chalet”, aldus Edward.
Ongeveer de helft van de verplaatsbare huisjes is bestemd voor de zakelijk markt, voornamelijk recreatieparken. Ook in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland bestaat belangstelling. „Onder meer via internet krijgen we bestellingen binnen.”