De ministers Donner van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken leggen in hun brief van donderdag aan de Tweede Kamer een directe link met Takfir wal Hijra (uit te spreken als ”hietsjra”). De open brief van verdachte Mohamed B. bevat volgens de bewindslieden een duidelijke waarschuwing aan het adres van moslims voor de „afschuwelijke gevolgen” van het „heulen met de vijand.” Takfir wal Hijra leert dat afvallige moslims, die omgang hebben met de vijanden van de islam, mogen worden gedood.

Een bekende aanhanger van Takfir wal Hijra is de ex-voetballer Nizar Trabelsi. Hij ontspoorde nadat zijn carrière in het topvoetbal mislukte. Twee jaar geleden werd hij in België opgepakt vanwege het beramen van een terreuraanslag. Hij bleek in nauw contact te staan met de vier moslims die kort na 11 september 2001 door de Rotterdamse politie werden gearresteerd. Ook deze vier waren volgens justitie takfiri. Het aantal actieve takfiri in Nederland wordt geschat op enkele tientallen. De meesten zijn illegale Algerijnen die vanuit het Belgische Verviers naar het zuiden van Nederland zijn getrokken.

Trabelsi verklaarde van Osama bin Laden te houden alsof hij zijn eigen vader is. De geheimzinnige en zeer gesloten sekte Takfir wal Hijra onderhoudt nauwe banden met al-Qaida. Takfiri opereren echter minder professioneel, al hebben ze wel degelijk aanslagen op hun naam staan in onder meer Algerije en Frankrijk. „De activiteiten van deze kleine groep radicale moslims zijn bijzonder schadelijk voor de nationale veiligheid”, stelde de inlichtingendienst AIVD in het vorige jaarverslag.

Volgens de AIVD maken zij zich schuldig aan criminele activiteiten en terrorisme. Het geld dat ze bij overvallen buit maken, is voor een deel bestemd voor moslimstrijders in Pakistan, Sudan en Eritrea. Ook helpen ze andere „jihadstrijders” door paspoorten en andere documenten te vervalsen.

Islamkenner dr. Hans Jansen schreef een standaardwerk over de opkomst van Takfir wal Hijra. Hij noemde de takfiri vorig jaar in deze krant „een verzameling activisten” die eerder een onsamenhangend netwerk vormen dan een goed geoliede organisatie. Gezien hun amateuristische optreden zou het hem niet verbazen, zo verklaarde Jansen toen, dat „ze bij bosjes tegen de lamp zullen lopen.” In de periode na 11 september 2001 werden in het zuiden van het land diverse -vermeende- takfiri gearresteerd.

Jansen zei ook: „We hebben hier te maken met een gesloten beweging waarbinnen zich gemakkelijk een vorm van groepshysterie kan ontwikkelen. Iedereen buiten de groep is afvallig en mag worden gedood. Werkelijk levensgevaarlijk.”

De beweging werd in 1971 in Egypte opgericht en had als doel het land om te vormen tot een fundamentalistisch moslimland. De moordenaar van de Egyptische president Sadat behoorde tot de sekte. Sadat was volgens hem te toegeeflijk. De aanhangers proberen de omgang met niet-moslims zo veel mogelijk te vermijden. Aan regels en wetten in een democratische rechtsstaat achten ze zich niet gebonden. Ze erkennen alleen de voorschriften van de islam.

Mohammed Atta, de bekende leider bij de aanslag op de Twin Towers, was een typische Takfir-aanhanger die een onopvallend bestaan leidde. Hij leek een aardige kerel, maar was in werkelijkheid meedogenloos.