Bescheidenheid zou corona-aanpak ten goede komen
Grote denkers als Aristoteles, Augustinus en Thomas van Aquino noemden bescheidenheid een voorwaarde voor een goed functionerende samenleving. Tot voor kort was dit idee gemeengoed, ook bij liberalen. Maar in recordtempo lijkt men dit inzicht te vergeten. Dat dit grote gevolgen heeft, zien we nu in de coronacrisis.
Elk mens dat eerlijk naar zichzelf kijkt, komt tot twee conclusies: (1) Ik weet heel veel dingen niet en (2) ik slaag er nooit in om alles te begrijpen. Eeuwen geleden vatte de Griekse wijsgeer Socrates deze conclusie samen met de beroemd geworden woorden: „Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet.” Van hier uit begon voor hem de zoektocht naar kennis. Wie deze zoektocht met hem aflegt, komt al snel tot een derde conclusie: Met elkaar weten we meer, maar ook dan slagen we er niet in om alles te begrijpen.
Dit besef van niet-weten – of beter: beperkt kennen – is de basis van bescheidenheid. Het maakt ons voorzichtig in ons oordelen. Het zorgt ervoor dat we anderen de ruimte geven om er een andere mening op na te houden. Je weet immers niet zeker of de ander het wel of niet bij het rechte eind heeft.
Begrenzer
Voor de duidelijkheid: bescheidenheid is geen uitnodiging tot onverschilligheid of berusting. Ze is een actieve eigenschap. Ze spoort aan om zelfkritisch te zijn, met de ander het gesprek aan te gaan en samen te zoeken naar inzicht. Tegelijkertijd vormt bescheidenheid een actieve begrenzer: voor zelfoverschatting is geen plaats.
Bescheidenheid heeft hierdoor ook een ordenend karakter. Doordat wij beseffen dat wij niet alles zelf kunnen, ontstaat ruimte voor samenwerking. Twee weten meer dan een. Dit biedt ook mogelijkheden tot specialisatie: als jij je concentreert op het een, concentreer ik me op het ander, waarna we de afzonderlijke delen weer samenvoegen. Deze samenwerkingstruc kan ook op grote schaal plaatsvinden. Dan ontstaan er allemaal experts van een deelgebied. Dit kan een positief effect hebben als alle experts (of vakmensen) met elkaar in gesprek blijven en hun specialismen met elkaar verbinden.
Complexiteit
Het ontstaan van allerlei specialismen en (groepen) experts kan ook uitgesproken negatieve effecten hebben. Een eerste negatief effect doet zich voor als we, door de ervaring dat we met elkaar tot meer in staat zijn, gaan denken dat we met onze kennis en vaardigheden de wereld om ons heen kunnen beheersen. Wie even eerlijk naar zichzelf en die wereld kijkt, snapt dat dit een vorm van overschatting is. Ook met elkaar kun je niet alles bevatten.
Een tweede negatief effect ontstaat als experts denken dat hun beperkte kennis en vaardigheden (al dan niet tijdelijk) waardevoller zijn dan die van een andere expert of groep vakmensen. Vaak doet deze vergissing zich in combinatie met de eerste voor. We gaan denken dat we de wereld kunnen beheersen. Er doet zich een specifieke uitdaging voor en een expert of groep experts zegt: „laat mij maar, ik los dit wel op.” Wat hier wordt gemist, is het inzicht dat een uitdaging nooit op zichzelf staat, maar altijd ingebed is in een enorme complexiteit. Je hebt altijd de anderen, hun inzichten en hun vaardigheden nodig.
Illustratie
De huidige corona-aanpak vormt een mooie illustratie van deze laatste vergissing. In een poging grip te krijgen op onze wereld is een specifieke groep experts gevraagd een virus onder controle te krijgen dan wel te vernietigen. Alles staat sindsdien in dienst van dit enkele doel. Jaap van Dissel, de voorzitter van het OMT, stelt zelfs expliciet dat hij geen rekening hoeft te houden met andere experts of deelaspecten van ons leven: „We zitten er om de kwaal te bestrijden, niet voor de bijwerkingen.”
Polarisatie
In de huidige corona-aanpak is het complexe versimpeld, het meervoudige gereduceerd tot het enkelvoudige. Hierdoor ging onze wereld er op het eerste gezicht overzichtelijk en daarmee beheersbaar uitzien, maar de aanpak vormt in feite een ontkenning van de werkelijkheid. We voeren de strijd met een enkel virus, maar het gevolg is wel dat de hele wereld om ons heen ontspoort.
Zover had het niet hoeven komen. Als we ons bescheiden waren blijven opstellen, hadden we geweten dat ons kennen zeer beperkt is. Vanuit dat besef hadden we nooit ons lot in de handen van een specifieke groep experts gelegd. Dan hadden we steeds het gesprek met elkaar opgezocht en belangen afgewogen. Dan was een heleboel onnodige polarisatie voorkomen. Als we bescheiden waren gebleven, hadden we weliswaar voorzichtigheid betracht in onze omgang met het virus, maar waren we evenzogoed voorzichtig geweest bij het inschatten van onze mogelijkheden om de wereld en daarmee het virus te beheersen.
Terugrijden
Als je vastloopt is de snelste weg vooruit: omkeren en terugrijden. We doen er verstandig aan terug te keren naar bescheidenheid als ordenend beginsel van onze samenleving. Bescheidenheid betrachten is zeker niet altijd makkelijk. Maar de huidige crisis maakt pijnlijk duidelijk dat dit persoonlijk ongemak veruit te verkiezen valt boven een leven dat gekenmerkt wordt door onbescheidenheid.
De auteur is politicoloog en ondernemer in het sociaal domein.