Boete trucker voortaan in centraal EU-register
Boetes voor transport- en busbedrijven in lidstaten van de Europese Unie worden binnenkort in een centraal register bijgehouden. Dit moet het voor toezichthouders gemakkelijker maken om overtreders aan te pakken. Vervoersbedrijven die te vaak in de fout gaan kunnen zo ook gemakkelijker van de weg worden gehaald, meldt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Truckers en buschauffeurs gaan vaak de landsgrenzen over, maar om informatie over boetes in den vreemde op te vragen bij buitenlandse collega’s moet de ILT nu nog ‘ouderwets’ bellen of mailen. Vanaf 1 april komt daar verandering in, als definitieve boetes of andere straffen voor vervoersbedrijven centraal worden geregistreerd in het European Register of Road Transport Undertakings, kortweg ERRU. Dit moet de dienst veel rompslomp en tijd besparen.
De ILT gaat vanaf die datum ook werken met een systeem van strafpunten. Die kunnen bedrijven bijvoorbeeld krijgen voor overtredingen van rust- en rijtijden, problemen met de tachograaf of als chauffeurs niet goed zijn opgeleid. Bij een teveel aan strafpunten volgt onderzoek van de inspectie. Als daarna nog geen beterschap wordt getoond dreigen de vervoersbedrijven hun Europees erkende vergunning te verliezen.
Ook toezichthouders voor transport in andere EU-lidstaten kunnen vervoersbedrijven uit hun land gemakkelijker aanpakken op overtredingen op basis van boetes die ze in Nederland krijgen. „Elk land mag overigens zijn eigen methode kiezen. Niet elk land heeft dus straks een puntensysteem zoals wij”, zegt inspecteur Wim van Herk van de ILT. „Andere landen kunnen strenger zijn dan Nederland en bijvoorbeeld al bij één overtreding de vergunning intrekken.”