Radboud Universiteit blijft archieven beheren
De Radboud Universiteit Nijmegen blijft het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) volledig beheren. Aanvankelijk was het de bedoeling het beheer van de archieven uit te besteden aan het gemeente-
archief van Nijmegen. Dat blijkt echter te duur.
Dat heeft de universiteit deze week gemeld. De medewerkers van het KDC hebben, aldus een woordvoerder tegenover het ANP, „zeer positief” gereageerd op het besluit van het college van bestuur. Het KDC werd in 1969 door de universiteit opgericht om documentatie te verzamelen en te bewaren over het rooms-katholieke maatschappelijk leven in Nederland van het begin van de 19e eeuw tot heden.
Het centrum beschikt over archieven van ruim 900 personen en instellingen, een bibliotheek en een verzameling affiches, devotieprentjes, films en foto’s.
De protestantse evenknie van het KDC is het -in 1971 opgerichte- Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Deze week werd bij de VU het eerste deel van de Bibliografie van Nederlandse Protestantse Periodieken (BNPP) gepresenteerd, een initiatief van dit documentatiecentrum.
Het BNPP-project is opgezet in nauw overleg met het Katholiek Documentatie Centrum. Het KDC had ervaringen opgedaan met het zogeheten BKNP-project. Het belangrijkste principe dat het BNPP-project van het BKNP-project overnam, is de autopsie, „dat wil zeggen dat alleen die nummers van het periodiek worden beschreven die de beschrijver ook werkelijk onder ogen heeft gehad. Deze voorwaarde is een eerste eis voor de nauwkeurige beschrijving van een periodiek.”
Een belangrijk verschil tussen de beide projecten is dat de coördinator van het BKNP-project zelf bibliotheken en archiefbewaarplaatsen bezocht op zoek naar rooms-katholieke periodieken, terwijl het Historisch Documentatiecentrum voor het onderzoek ter plaatse steeds met een wisselende groep van zo’n 25 vrijwillige medewerkers werkte.