Dissertatie werpt nieuw licht op prins der predikers
Deze dissertatie over Charles Haddon Spurgeon (1834-1892), in de Engelse taal, is van de hand van Thomas Breimaier. Als theoloog en historicus promoveerde hij op deze studie in 2018 aan het New College van de universiteit in Edinburgh. Momenteel is hij docent aan het Spurgeons College in Londen.
Het zoveelste proefschrift over Spurgeon. Het laat verrassend nieuw licht schijnen over de prins der predikers in het victoriaanse tijdperk. De tijd waarin de moderne Schriftkritiek Engeland veroverde. Spurgeon nam daarbij als baptist een geheel eigen plaats in. Zich in zijn prediking afschermend tegen het hypercalvinisme enerzijds en het modernisme anderzijds. Breimaier laat duidelijk zien dat Spurgeons theologie een kruistheologie was. Calvinistisch met –naar het mij voorkomt– sterke lutherse trekken. Dit laatste signaleert de auteur niet, maar wel dat Spurgeons prediking gekenmerkt werd door de ”theologia crucis” (kruistheologie), die Luther poneerde tegenover de ”theologia gloriae”. In dit laatste glorieerde de (vrome) mens, en niet God.
Rode draad
Breimaier toont aan dat Spurgeons prediking wezenlijk verbonden was met het kruis (”tethered to the cross”) en zó met de bekering van zondaren. Van begin tot eind laat hij zien dat het voortdurend gaat om –wat hij noemt– „crucicentrism and conversionism.” Dit is tegelijk de rode draad door dit gehele proefschrift. En dan gaat het over het geheim van Spurgeons prediking. De arbeidersklasse en de middenstand waren massaal onder zijn gehoor te vinden, maar ook de graaf van Shaftesbury en minister-president William Gladstone waren daar regelmatig aanwezig.
Heel markant toont Breimaier aan dat Spurgeons bekering op 15-jarige leeftijd onder de prediking van een lekenprediker, van de zogenoemde ”Primitive Methodists”, typerend en stilerend werd voor zijn eigen latere prediking. Het ”Look unto Me” (Jes. 45:22) –”Zie op Mij”– behelsde het christocentrische element dat leidde tot zijn onmiddellijke bekering. Verzoening door voldoening zou pit en merg worden van Spurgeons prediking, die vele duizenden in Engeland en over de hele wereld tot eeuwige zegen zou worden.
John Bunyan
In zijn jeugd opgegroeid onder het independentisme en nonconformisme van zijn ouders en grootouders, en sterk beïnvloed door het puritanisme en John Bunyan, groeide de autodidact Spurgeon uit tot een theoloog van formaat (hij had een bibliotheek met 12.000 boeken). Hij verstond zich met velen uit de Anglicaanse Kerk (bisschop J. C. Ryle van Liverpool was zijn vriend) en met vele collega’s uit de presbyteriaanse kerken in Engeland en vooral in Schotland (onder anderen dr. Kennedy van Dingwall).
De auteur volgt de biografische lijn, en zodoende volgen we Spurgeon als lekenprediker en als opwekkingsprediker en ten slotte als de prins der predikers in Londen. En overal is het ”crucicentrism” verbonden met het ”conversionism” overduidelijk aanwijsbaar. Deze rode draad loopt ook door het sociale werk rondom de Metropolitan Tabernacle, aanwijsbaar in armenhuizen en weeshuizen, de strijd tegen alcoholisme en prostitutie. Waar ook maar menselijke ellende zichtbaar en aantoonbaar was, daar werd het kruis van Christus opgericht tot heil van het volk.
Dit ”crucicentrism and conversionism” was ook levenslang bepalend voor Spurgeons eigen leven. Chronische overspanning en een nierziekte deden hem op 57-jarige leeftijd heengaan in de vreugde van zijn Heere. „I had such a good time with Him, wifey” waren zijn laatste woorden. Dit mag ook gelden voor de lezer van dit prachtige boek.
Tethered to the Cross. The life and preachting of C. H. Spurgeon, Thomas Breimaier; uitg. Academic Inter Varsity Press; 266 blz.; $ 31,50