Vorig jaar ontstond tijdens een voorbereidende zitting in het proces een rel, nadat het Openbaar Ministerie een lijvig stuk aan het dossier had toegevoegd. Daarin zouden advocaten worden afgeschilderd als loopjongens voor hun clientèle. Bovendien zouden zij geheime informatie lekken. Een en ander zou kunnen worden afgeleid uit ontsleutelde cryptoberichten tussen criminelen. Het stuk leidde tot felle discussies in de rechtszaal.

Volgens de deken is niet gebleken dat de betrokken advocaten „zich hebben laten leiden door andere belangen dan die van de individuele cliënt die ieder van hen bijstond”.

De advocaten beseffen wel, schrijft de deken, dat „door de bekend geworden PGP-berichten de indruk is kunnen ontstaan dat hun betrokkenheid verder is gegaan dan optreden voor hun individuele cliënten, waardoor de onafhankelijkheid en integriteit in het geding zou zijn gekomen.” Dit hebben zij volgens de deken niet kunnen voorzien, maar de schijn is voor de advocaten „zeer belastend”.

De deken heeft het kantoor Ficq en partners, dat ruim vertegenwoordigd is in Marengo, geadviseerd in de toekomst zeer terughoudend te zijn bij het bijstaan van meerdere verdachten in één zaak of in zaken die sterk verbonden zijn met elkaar en „waar nodig” met de deken te overleggen. Het kantoor heeft gezegd dat het dit advies zal opvolgen. „In lopende strafzaken streven zij ernaar die vorm van betrokkenheid waar mogelijk op termijn - al dan niet gefaseerd - af te bouwen” aldus de deken. Onlangs beëindigde het kantoor de bijstand van Saïd R., naast Taghi een van de hoofdverdachten in Marengo.

Advocatenkantoor Ficq en Partners zegt „met instemming” te hebben kennisgenomen van de bevindingen van de deken en wil er niet nader op reageren.

Vorige week liet de deken al weten dat er geen bewijs is dat advocaat Khalid Kasem in 2015 vertrouwelijke informatie uit een lopend strafonderzoek heeft gelekt naar de organisatie van Taghi.