De groep heeft tussen 1946 en 1992 bestaan en verspreid over het land kon de organisatie beschikken over enkele tientallen geheime wapenopslagplaatsen. Die werden in 1983 geruimd nadat er wapens waren gestolen. Betrokkenen mochten niets over de organisatie, die officieel O&I (Operaties en Inlichtingen) heette, zeggen of schrijven.

Vorig jaar hebben (klein)kinderen van leden van O&I om meer informatie gevraagd over de rol van hun familieleden. Ook vroegen ze om een openbaar eerbetoon. Daar voldoen premier Mark Rutte en minister Ank Bijleveld (Defensie) nu mee met een brief aan de Tweede Kamer.

„Gedurende de vele jaren dat zij deel uitmaakten van de ‘StayBehind’-organisatie hebben de leden zich, vanuit een hoge mate van vaderlandsliefde, voor een deel belangeloos en uiterst consciëntieus en professioneel op hun verantwoordelijke en moeilijke taak voorbereid in het belang van ons Koninkrijk. Dit heeft in meerdere gezinnen aanzienlijke spanningen teweeg gebracht en beperkingen opgelegd in de persoonlijke levens- en familiesfeer. De inzet verdient de allerhoogste waardering”, schrijven Rutte en Bijleveld.

Het kabinet belooft opnieuw archiefonderzoek te doen naar de organisatie. In 2005 is al een officieel onderzoek naar O&I gepubliceerd.