Middelbaar onderwijs blij dat leerlingen weer naar school mogen
Het kabinetsbesluit om middelbare scholieren weer minimaal één dag in de week naar school te laten gaan, is helemaal in lijn met de wensen van de VO-Raad. De vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs laat weten dat de beslissing „tot tevredenheid stemt”.
„Het besluit strookt met een breed levende wens”, zowel in de scholen als daarbuiten, laat een woordvoerder van de raad weten. Hij noemt het „een belangrijke eerste stap”. Scholieren mogen vanaf maandag weer minstens een dag per week fysiek naar school, de rest van het onderwijs wordt net als nu op afstand gegeven. Ze moeten 1,5 meter afstand houden van elkaar en mondkapjes dragen op de gang. Scholen kunnen er ook voor kiezen om leerlingen in koppels te laten optrekken. Die hoeven dan geen afstand te houden.
Voorzitter Paul Rosenmöller had eerder gezegd dat in het onderwijs grote zorgen leven „over het mentale welbevinden” van de leerlingen. „De meeste leerlingen zitten vanaf half december thuis, dat zijn twee grote vakanties. Zij krijgen uiteraard online onderwijs, maar zij kunnen niet naar school om de leraren en elkaar te ontmoeten.”
Net als andere onderwijsorganisaties vindt de VO-Raad dat het onderwijspersoneel met voorrang gevaccineerd moet worden, „en dan met name de oudere en kwetsbare leraren”. Het kabinet heeft echter al duidelijk gemaakt dat dit er niet in zit. Zorgpersoneel en mensen uit kwetsbare groepen, zoals ouderen en chronisch zieken, krijgen voorrang, docenten niet.
Ook de PO-Raad, die de basisscholen en het voortgezet speciaal onderwijs vertegenwoordigt, is blij met de besluiten. De sectororganisatie noemt het daarnaast goed dat premier Mark Rutte tijdens zijn persconferentie duidelijk maakte dat scholen wat hem betreft niet opnieuw gesloten moeten worden. Ook niet als de coronabesmettingen weer sterk oplopen. „Naar school gaan is cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen”, aldus de PO-Raad.
In het speciaal onderwijs zijn de afstandsregels overigens minder scherp. Daar moet „zoveel als mogelijk afstand worden gehouden”, maar de 1,5 meter is er niet van toepassing, omdat het ministerie van Onderwijs inschat dat dat niet altijd haalbaar zal zijn.