Werkend Nederland heeft laagste aantal digibeten in EU
Nederland scoort het best in de EU op het gebied van digitale vaardigheden onder de beroepsbevolking. Van de werkenden of werkzoekenden tussen 25 en 64 jaar beschikt ongeveer 15 procent niet over basisvaardigheden om online taken te kunnen uitvoeren of om via digitale technologieën te communiceren. In de EU ligt het percentage digibeten gemiddeld op 35, met grote uitschieters tot boven de 60 voor Bulgarije en Roemenië.
Volgens de Europese Rekenkamer, die de ‘e-skills’ van de actieve Europese bevolking onder de loep nam, beschikten in 2019 meer dan 75 miljoen Europese volwassenen in de werkende leeftijd niet over ten minste elementaire digitale vaardigheden. Dit was met name het geval voor oudere, lager opgeleide en werkloze volwassenen. Nederland, Finland, Zweden en Duitsland tellen de minste digibeten, in de middenmoot zitten onder andere Frankrijk en Spanje en onderaan bungelen ook grote landen als Italië en Polen.
Het wordt voor burgers steeds belangrijker om over digitale vaardigheden te beschikken, stelt de rekenkamer. „De Covid-19-pandemie heeft dat eens te meer aangetoond”, zegt Iliana Ivanova, het voor de analyse verantwoordelijke rekenkamerlid. „We hebben vastgesteld dat volwassenen met een grotere digitale competentie gemakkelijker werk vinden. Zij verdienen gemiddeld ook meer.” Volgens de rekenkamer zijn minimale vaardigheden inmiddels al voor meer dan 90 procent van alle banen vereist.
De EU erkent het belang van digitale basisvaardigheden voor alle burgers volgens Ivanova al lang, maar sinds 2010 is er weinig vooruitgang geboekt. Voor het bijspijkeren van volwassenen maakten de lidstaten maar weinig gebruik van Europese fondsen die daarvoor beschikbaar zijn. Er zijn grotere inspanningen nodig om volwassenen digitaal bij te spijkeren, aldus de rekenkamer.