Banier der heidenen
Jesaja 11:10
„Want het zal geschieden ten zelve dage, dat de heidenen naar de Wortel van Isaï, Die staan zal tot een Banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn.”
De Messias moest een banier der volken zijn en Hij zou veel heidenen besprengen. Zo moest Hij niet alleen van de Joden, maar ook van de heidenen hun zonden wegnemen en verzoenen. „Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt.” Daarom staat er in de tekst „wereld” in tegenstelling tot „Joden”, om te tonen dat het niet alleen Joden, maar ook heidenen zijn, van wie Hij de zonden wegneemt.
Zo wordt het woordje „wereld” ook in Romeinen 11:15 gebruikt. Namelijk, in tegenstelling tot de Joden. Daarom moeten wij onder het woordje wereld verstaan alle uitverkoren mensen in de wereld uit alle geslachten, tongen, natiën en talen, zowel Joden als heidenen; allen die in Jezus de Messias oprecht geloven en de stem van het Evangelie gehoorzaam zijn. Zo wordt het woordje wereld ook gebruikt in 1 Johannes 2:2, namelijk voor alle uitverkoren mensen in de wereld, die in de Messias Jezus Christus geloven en Zijn genadige stem gehoorzaam zijn.
Zo is dan de Heere Jezus Christus dat enige gezegende Lam Gods en het middel waardoor onze zonden uitgewist en weggenomen worden. Dat zien we duidelijk in de woorden van onze tekst, als Johannes onze Heiland Jezus Christus als met de vinger aanwijst en zegt: „Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt.” Het enige en voornaamste doel waarom Jezus Christus in de wereld gekomen is, was opdat Hij de zonde der wereld zou wegnemen.
F. Ragstat à Weille,
predikant te Spijk
(”De Fontein van alle vertroosting”, 1682)