Brits Hooggerechtshof: chauffeurs van Uber zijn werknemers
Chauffeurs van Uber zijn werknemers die recht hebben op minimumloon, vakantiegeld en rustpauzes. Dat heeft het Britse Hooggerechtshof bepaald. Tot nu toe behandelde het taxibedrijf chauffeurs als zelfstandigen, waardoor ze volgens de wet minder rechten hebben.
Het Hooggerechtshof is de hoogste rechtbank van het Verenigd Koninkrijk en heeft het laatste woord over juridische zaken. Uber merkt in een reactie op dat de uitspraak alleen geldt voor een klein groepje chauffeurs dat de app gebruikte in 2016. Sindsdien zijn er volgens het bedrijf „significante wijzingen” doorgevoerd in samenspraak met chauffeurs.
De uitspraak wordt gezien als een nieuwe tegenvaller voor Uber en kan volgens kenners het bedrijfsmodel in gevaar brengen in het Verenigd Koninkrijk. De beslissing kan ook gevolgen hebben voor veel andere bedrijven die op dezelfde manier als Uber zelfstandigen inzetten.
Het Amerikaanse bedrijf voert in tal van landen rechtszaken tegen chauffeurs en vakbonden die vinden dat de taxidienst hen als werknemers moet behandelen. In Nederland maakte vakbond FNV in december nog bekend Uber voor de rechter te slepen.
Het Verenigd Koninkrijk is de grootste markt van Uber in Europa. Het bedrijf heeft ongeveer 60.000 chauffeurs in Groot-Brittannië, waarvan 45.000 in Londen. In september kreeg Uber zijn taxivergunning voor Londen na bijna een jaar terug. Het Amerikaanse bedrijf moest aan twintig voorwaarden voldoen, voornamelijk op het gebied van de controle van de identiteit van chauffeurs en controle op verzekeringsfraude.
In Nederland heeft Uber ruim 4000 chauffeurs.