NAVO wacht met besluit over Afghanistan en breidt missie Irak uit
De NAVO wacht met een besluit over de toekomst van de internationale troepenmacht in Afghanistan. Dat hebben de ministers van Defensie van het bondgenootschap besloten, zei NAVO-chef Jens Stoltenberg na afloop van een videoconferentie. Ook is afgesproken om de trainingsmissie in Irak uit te breiden van 500 naar 4000 man personeel.
De NAVO is over Afghanistan in een ongemakkelijke situatie gekomen omdat de Verenigde Staten onder president Donald Trump de afspraak met de Taliban hebben gemaakt om per 1 mei uit het land weg te zijn. Dat is gebeurd zonder ruggespraak met de bondgenoten. Met de nieuwe regering van Joe Biden en zijn defensieminister Lloyd Austin van Defensie willen de NAVO-landen verder overleggen.
„In een coalitie moet je met elkaar praten”, aldus minister Ank Bijleveld. Nederland zit met circa 150 militairen in het land. Volgens de bewindsvrouw is vertrek op 1 mei geen reële optie.
Volgens The New York Times zijn de nieuwe machthebbers in Washington er zelf nog niet uit. Het Pentagon, waar het ministerie van Defensie zetelt, zou drie scenario’s voor Afghanistan aan het voorbereiden zijn: een plan om te blijven, een plan om te vertrekken en een plan om zich heel geleidelijk terug te trekken. Voor Nederland is het van belang dat de VS zich een betrouwbare bondgenoot tonen: als je er samen in gaat, ga je er ook samen uit.
De spanningen en het geweld in Afghanistan nemen intussen toe. Dat maakt het dilemma over een spoedig vertrek groter omdat daardoor het vredesproces dat tot democratische vooruitgang in het land moet leiden, dreigt te worden ondermijnd. De Afghaanse regering en de Taliban voeren moeizame onderhandelingen. Geen van de opties is een gemakkelijke, aldus Stoltenberg. „Als we na 1 mei blijven, riskeren we nog meer geweld en meer aanvallen op onze troepen. Als we vertrekken riskeren we dat de winst die we hebben geboekt verloren gaat.”
De uitbreiding van de trainingsmissie in Irak lag al een jaar op de plank. Lokale troepen worden er opgeleid om terrorisme te bestrijden.