Begin vorig jaar werd vooral de Chinese gebouwentak van het bedrijf getroffen door de coronacrisis. Ook in verschillende Europese landen had Arcadis last van de pandemie, met wat druk op de opdrachten. Verder liepen de inkomsten uit het Midden-Oosten terug, maar dat kwam ook omdat Arcadis aan heeft gegeven te stoppen in de regio.

In andere regio’s waar Arcadis actief is trok het werk juist aan vanwege maatregelen tegen de pandemie, zoals in de Verenigde Staten. Zo beginnen klanten daar volgens Arcadis het belang van klimaat en duurzaamheid in te zien. De activiteiten in de Verenigde Staten zijn goed voor een derde van de omzet. In Nederland, Duitsland en België verbeterden de resultaten ook. In het Verenigd Koninkrijk sloot de onderneming een grote nieuwe infra-deal voor een spoorlijn. Daarnaast bleven overheden in Europa investeren in de ontwikkeling van infrastructuur, de energietransitie en overheidsprogramma’s om corona het hoofd te bieden.

De omzet van Arcadis daalde met 3 procent naar 2,5 miljard euro. Een jaar eerder was dat nog 2,6 miljard euro. De winst kwam uit op 22 miljoen euro in 2020, tegenover 12 miljoen een jaar eerder. Het resultaat van 2019 werd nog gedrukt door een afschrijving.

Arcadis herhaalde bij de presentatie van de jaarcijfers dat wereldwijde trends kansen bieden voor het bedrijf. Zo zal verdere verstedelijking een toenemende vraag naar duurzaam transport en betaalbare huizen betekenen. Arcadis ziet bij al zijn aandachtsgebieden, zoals milieu, water, infra en advisering voor gebouwen dat duurzaamheid belangrijker wordt.

Ondanks de impact van de coronacrisis zegt de onderneming wel op schema te liggen met de doelen die het bedrijf had gesteld voor de winstgevendheid. Het bedrijf stelt aan zijn aandeelhouders een dividend voor van 0,60 euro per aandeel.