OM geeft visie op verdere vervolging hoofdverdachte Ruinerwold
Het Openbaar Ministerie maakt donderdag zijn visie kenbaar op de verdere vervolging van Gerrit Jan van D., de hoofdverdachte in de Ruinerwoldzaak. Gedragsdeskundigen vinden dat Van D. niet terecht kan staan, omdat zijn hersenen te zeer beschadigd zijn.
Substantiële verbetering in zijn toestand is niet te verwachten, denken zij. Van D. (68) kreeg in 2016 een herseninfarct, met grote hersenschade tot gevolg. Er valt nauwelijks met hem te communiceren.
Het OM beschuldigt weduwnaar Van D. onder meer van jarenlange vrijheidsberoving van zes van zijn kinderen. Hij zou hen, in samenwerking met medeverdachte Josef B., tegen hun wil hebben vastgehouden op een boerderij nabij het Drentse dorp Ruinerwold. De zaak kwam in oktober 2019 aan het licht en haalde internationaal het nieuws.
Van meet af aan was duidelijk dat Van D. door zijn medische problemen geen doorsnee verdachte was. Een verhoor van de man heeft tot dusver niet kunnen plaatsvinden. Josef B. heeft de beschuldigingen van de hand gewezen en zegt dat de strafzaak „een heksenjacht” is. Hij is vorig jaar op vrije voeten gesteld, in afwachting van het proces.
Van D.’s advocaten hebben al veel eerder aangegeven dat zijn cliënt niet terecht kan staan, door zijn medische problemen. Zij zullen dit standpunt donderdag nogmaals toelichten, gesteund door de bevindingen van de deskundigen.
De rechtbank heeft Van D. in januari bezocht, om zijn toestand zelf te kunnen opnemen. Op 4 maart beslist zij of de vervolging van de man moet worden gestaakt, opgeschort of doorgezet.