VS moeten samenwerking met Europa versterken
De overwinning van president Bush wordt gewikt en gewogen. Zo ook in de buitenlandse kranten
. Een selectie. ABC
„Het succes van Bush en bovenal het onverwachte en bondige daarvan, moeten worden gezien als een stimulans op een tijdstip waarop de VS het leiderschap consolideren van open samenlevingen tegenover de dreiging die uitgaat van het islamitisch totalitarisme. Precies dit zal een van de belangrijkste doelen zijn van het vernieuwde mandaat van Bush: zowel binnen als buiten zijn land de polarisatie wegnemen die de afgelopen jaren is ontstaan.
Een ander doel is aan te tonen dat juist diegenen zich vergissen die de capaciteit van Bush wantrouwen om een natie te leiden die zich heeft verbonden met de verdediging van de vrijheid in heel de wereld.
Met name een belangrijk punt in de transatlantische verhoudingen is dat Bush zowel visie als een geostrategische intelligentie moet hebben om degenen die zich hebben verzet tegen het ingrijpen in Irak in de hand te houden. De kracht van deze transatlantische vriendschap moet worden gerevitaliseerd om de steun van Europa aan de VS te herstellen.”
Daily Telegraph
„Uiteindelijk was het niet eens nipt. George W. Bush kreeg de beslissende goedkeuring van het Amerikaanse volk voor het radicaalste presidentschap uit de moderne tijd. Het was een rechtvaardiging van zijn eigenaardige vorm van conservatisme: volks, evangelicaal, optimistisch, niet verontschuldigend en, indien noodzakelijk, krijgshaftig. De triomf van zijn churchilliaanse conservatisme zal de vrienden van de president vreugde geven en zijn critici verbazen, maar het zal ook angst brengen bij alle vijanden van Amerika en het Westen.
Want deze vijanden weten heel goed wat de herverkiezing van Bush werkelijk betekent. De overwinning van John Howard in Australië op de voet volgend, toont het dat de leiders van de strijd tegen terrorisme, tenminste in de Engelssprekende volken, genoeg steun hebben om hun taak te volbrengen, en dat onze democratieën voldoende weerstand bieden aan pogingen van terroristen de verkiezingen te beïnvloeden.
(…) Dit was niet slechts een keus voor de bestaande orde, maar voor een idealistische visie op Amerika als het land van leven, vrijheid en het streven naar geluk. Terreur bedreigt deze drie, en het electoraat koos de kandidaat die het zag als de beste bewaker van dat patriottische schoolvoorbeeld.”
Ha’aretz
„Minister-president Ariel Sharon verwacht grootse tijden voor George Bush en was niet verbaasd dat de keus op hem was gevallen. Sharon hield afstand van de campagne rondom de presidentsverkiezingen en focuste zich op binnenlandse zaken, maar ieder wist welke kandidaat zijn stem had.
De verwantschap met Bush was de hoeksteen van Sharons strategie. Sharon was bezorgd dat wanneer John Kerry zou winnen, het gedaan zou zijn met het ’vredesteam’ en afgezanten en politieke initiatieven van Washington het land zouden overstromen. Bush’ herverkiezing verzekert de politieke positie van de premier.
Bush en Sharon lijken twee tegenpolen. Ze verschillen in leeftijd, achtergrond en ervaring. De een is een vrome gelovige, de ander extreem seculier. Maar beiden hebben een agressief wereldbeeld en hun stijl van leidinggeven vertoont zeker overeenkomsten. Bush en Sharon houden van werken met een handvol regeringsgetrouwen en focussen op een paar belangrijke zaken, eerder dan dat zij proberen antwoord te geven op alle probleem die zich aandienen.”
Neue Zürcher Zeitung
„Amerika verandert niet van president. De in Europa en elders in de wereld weinig populaire president Bush heeft de verkiezingen dit keer eenduidig en zonder twijfel gewonnen en de bestorming van de Democraten geweerd. Ook de Republikeinse meerderheid in het Congres werd uitgebouwd. Daarmee werd een meer solide basis gelegd voor de politiek van Bush in zijn tweede ambtsperiode. Het Republikeinse succes is zwaar bevochten en allesbehalve vanzelfsprekend. De president was geen geweldige verkiezingsstrijder, overtuigde niet in de televisiedebatten en was zelfs in het kamp van zijn eigen partij niet onomstreden. Hij had echter het onschatbare voordeel dat ook zijn uitdager de kiezers niet enthousiast kon maken.
Het siert Kerry dat hij de nederlaag vrijwel direct accepteerde en de natie niet aan het lijntje hield.
Twee ambtsperiodes van presidenten zijn moeilijk. Tegen Clinton werd vanwege de Lewinsky-affaire een impeachment-procedure ingeleid. Reagan was vleugellam wegens het Iran-contra-schandaal. Nixon trad als gevolg van Watergate af. Eisenhower was door zijn gezondheid aangeslagen. Clinton, Reagan en Nixon werden in het Congres geconfronteerd met een meerderheid van de oppositie. Dat is bij Bush niet het geval. De verketterde en beschimpte Bush heeft getriomfeerd. De wereld, en in het bijzonder enige landen in het ”oude” Europa, zullen daarmee moeten leven.”
Süddeutsche Zeitung
„Amerika en de wereld zullen nog vier jaar met George W. Bush moeten leven. Deze boodschap mag teleurstellend zijn voor 80 procent van de Duitsers, dat is het echter niet voor de meerderheid van de Amerikanen. Want dit is de positieve boodschap van de verkiezingsnacht: De Verenigde Staten zijn weliswaar een verdeelde natie, maar een overwinning van Bush is anders dan in het jaar 2000 onomstreden.
Met de meerderheid van de kiezers in de rug en met de beide Kamers van het Congres aan zijn zijde zal Bush nog zelfbewuster kunnen optreden. Bush heeft nu de gelegenheid de VS blijvend te veranderen. Hij zal deze kans benutten.
Bush is ervan overtuigd dat hij zal worden herinnerd om zijn standvastigheid, helderheid en conservatief-godsdienstige waarden. De Democraten zullen Bush als oppositie niet in de weg staan - de partij wacht maanden van zelfverscheuring.
De westerse wereld moet deze zelfverscheuring vermijden. Het valt het voor veel traditionele bondgenoten niet mee vier jaar met Bush gelaten tegemoet te zien. Bush mag een politiek moeilijk verdraagbare partner zijn. Amerika echter is meer dan een president.”
Le Monde
„Het is duidelijk dat de angst voor het terrorisme en het patriottisme opgewekt door de oorlog in Irak, een belangrijke rol hebben gespeeld in de beslissing van de kiezers. Maar -of ons dat nu bevalt of niet- Amerika is conservatiever, religieuzer en unilateraal geworden, en de Republikeinen hebben zich net zo sterk gemobiliseerd als de Democraten. (…) En zelfs de economische indicatoren die op rood staan (werkgelegenheid, tekorten), hebben het land er niet van kunnen overtuigen massaal op Kerry te stemmen. Amerika blijft in tweeën verdeeld.
Maar afgezien van deze constatering ligt een compleet politiek model onder vuur. In de eerste plaats hebben de Verenigde Staten niet een kiesstelsel kunnen -of willen- hervormen, dat al vier jaar geleden blijk gaf van zijn ondoelmatigheid en onbillijkheid. Het tellen van de stemmen in Iowa moest worden onderbroken. In Florida zouden 3000 mensen die vooraf hun stemmen hadden uitgebracht, zijn gestorven voor de verkiezingsdag. Overal hebben kiezers uren in de rij moeten staan om hun burgerplicht uit te oefenen. (…) Wat een beeld van een democratie die zichzelf als voorbeeld voor de wereld beschouwt (…) Het is zorgwekkend dat het lot van de wereld wordt opgehangen aan zo’n archaïsch systeem.”