Lam Gods
Johannes 1:29a
„Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende en zei: „Zie, het Lam Gods.””
Johannes de Doper noemt Jezus Christus een Lam en bovenal het Lam Gods. We horen dus Johannes de Doper spreken over Jezus Christus, de Zoon van God, de ware Messias en Heiland der wereld. Hij was door God beloofd en door de vaderen zo lang verwacht. Eindelijk, in de volheid des tijds, is Hij gekomen volgens het woord van de belofte, tot verzoening der zonden en om een eeuwige gerechtigheid en vrede aan te brengen.
Zo staat in de woorden voorafgaande aan onze tekst: „Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komen.” En als hij Hem ziet komen, toont hij Jezus de Messias als met de vinger aan het volk en de toehoorders. Hij zegt dan: „Zie, het Lam Gods.”
Hij noemt Jezus een Lam en bovenal het Lam Gods. Een Lam noemt hij Jezus, omdat Hij het voorwerp is van al de schaduwachtige en afbeeldende lammeren. Die lammeren werden in het Oude Testament onder de bediening van de wet aan God geofferd. We lezen in de Schriften van het Oude Testament van een lam, door God ingesteld tot een dagelijks offer; ook van een lam tot een zoenoffer en van een lam tot een zondoffer en verder van een lam van de nieuwe maanden en de sabbat. Al deze offers waren maar schaduwen en voorbeelden van dat gezegende Lam Jezus Christus en van Zijn volmaakte offer.
F. Ragstat à Weille, predikant te Spijk
(”De Fontein van alle vertroosting”, 1682)