Minister tegen sociale dienstplicht
Minister Van der Hoeven van Onderwijs voelt niets voor het idee van haar collega en CDA-partijgenoot minister Donner van Justitie om een sociale dienstplicht voor jongeren in te stellen.
Van der Hoeven vindt dat de oriëntatie in de samenleving zich vooralsnog moet beperken tot maatschappelijke stages in de hoogste klassen van de middelbare school. Op dit moment vinden in het voortgezet onderwijs experimenten plaats met stages. Jongeren lopen enkele weken mee met vrijwilligersorganisaties en maken daar een verslag van. Het resultaat telt mee bij hun studieresultaten.
Minister Donner van Justitie pleitte vorige week zaterdag tijdens een CDA-actiedag over waarden en noemen voor een sociale dienstplicht. Volgens hem maakt die „in één keer duidelijk en tastbaar wat we nu precies bedoelen met waarden en normen in een betrokken samenleving.” Bij de vervulling van de dienstplicht denkt Donner concreet aan jongeren die taallessen geven aan allochtonen, aan contacten met mensen in de bijstand, aan ondersteuning van ouderen en mensen met een handicap, aan toezichthoudende taken en aan buurtbeheer.
Van der Hoeven zei woensdag in de marge van het debat over de onderwijsbegroting voor 2005 dat ze meer vertrouwen heeft in de maatschappelijke stages dan in sociale dienstplicht. Overigens gaat het bij de stages nog om experimenten. Na afloop daarvan bekijkt de bewindsvrouw of de oriëntatie op de samenleving voor alle scholieren noodzakelijk is.
De LPF-fractie in de Tweede Kamer bracht de sociale dienstplicht woensdag tijdens het begrotingsdebat ter sprake. Kamerlid Kraneveldt zei dat minister De Geus van Sociale Zaken (CDA) op de lijn van Donner zit. Het CDA pleit in het verkiezingsprogramma ook voor sociale dienstplicht. In het regeerakkoord tussen CDA, VVD en D66 is er niets over afgesproken.
Het debat over de begroting spitste zich woensdag toe op de vraag of er voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de komende jaren nu meer of minder geld beschikbaar is. Het CDA-kamerlid De Vries becijferde dat het departement in 2007 netto 792 miljoen meer te besteden heeft. Volgens de PvdA gaat Onderwijs er over drie jaar juist honderden miljoenen euro’s op achteruit. De verwachting is dat minister Van der Hoeven vanmiddag, tijdens de voortzetting van het begrotingsdebat, met de juiste cijfers zou gekomen.
De PvdA diende woensdag het plan in om het aantal ambtenaren op Onderwijs te halveren. Dat geeft scholen meer rust en vrijheid. De VVD vindt het PvdA-plan „een interessante gedachte.” De andere regeringspartijen, CDA en D66, voelen er niets voor.
De VVD vindt dat de geldstroom naar scholen afhankelijk moet zijn van de prestaties van leerlingen. Het ministerie moet onderwijsinstellingen met veel schoolverlaters of zittenblijvers structureel korten. CDA en PvdA voelen daar niets voor. De grote partijen vinden wel dat een onderwijsinstelling het geld van een leerling die de opleiding afbreekt, moet inleveren. Nu krijgt een school voor het gehele cursusjaar geld, ook al verlaat de leerling tussentijds de school.