Iran dreigt met ontwikkelen kernwapens als sancties blijven
Als het Westen Iran met knellende internationale sancties onder druk blijft zetten, zou de Islamitische Republiek alsnog haar toevlucht tot het ontwikkelen van kernwapens kunnen nemen.
Die nogal ongebruikelijke waarschuwing uitte de Iraanse minister van Inlichtingenzaken, Mahmud Alavi, dinsdag op de staatstelevisie. Als de strafmaatregelen niet worden opgeheven, kan Iran worden gedwongen een atoombom te verwerven. Dat is dan niet onze schuld, maar de fout van de landen die ons in die richting hebben geduwd, aldus de bewindsman.
Iran heeft altijd volgehouden dat zijn nucleaire programma uitsluitend vreedzame doeleinden dient. Alavi wees ten overvloede nog eens op een fatwa (religieuze uitspraak, red.) van ayatollah Ali Khamenei uit 1990. De Opperste Leider verklaarde destijds dat kernwapens volgens de islam verboden zijn.
Beide uitgangspunten staan in schril contrast met de ernstige twijfel die westerse landen –de Verenigde Staten en Israël voorop– al jaren bij de aard van het Iraanse atoomprogramma hebben. Inlichtingendiensten hebben er herhaaldelijk op gewezen dat Iran in elk geval in het verleden in het geheim aan een kernwapen werkte – en volgens de Mossad is dat nog steeds het geval. Het feit dat Teheran zijn nucleaire faciliteiten diep onder de grond of in bergwanden verbergt, wakkert dat vermoeden alleen maar aan.
Desondanks is het officiële Iraanse standpunt nog altijd dat het land er niet op uit is een kernmogendheid te worden. Maar dat kan veranderen, waarschuwde vorige maand ook een voormalige Iraanse diplomaat, op voorwaarde van anonimiteit. Als Israël of de Verenigde Staten „gevaarlijke stappen” zetten, zou ayatollah Khamenei de fatwa over atoomwapens terug kunnen draaien.
Die gevaarlijke stappen zouden in het uiterste geval een aanval op de Iraanse nucleaire installaties kunnen betekenen. Vooral in Israël klonken de afgelopen weken weer geluiden die in die richting wezen. De legertop heeft zelfs officieel om ruimte in de defensiebegroting gevraagd om concrete voorbereidingen voor zo’n offensief te treffen.
Opgelaaid
De kersverse Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, rakelde het vuurtje vorige week ook nog even op door te verklaren dat Iran momenteel „enkele maanden” verwijderd is van het punt waarop het genoeg materiaal kan produceren om een atoombom te bouwen. Als Teheran doorgaat met het schenden van de afspraken over uraniumverrijking, kan die periode volgens hem zelfs tot enkele weken worden verkleind.
De vraag is intussen waarom de retoriek rond Iran de afgelopen tijd weer is opgelaaid. Dat heeft ongetwijfeld alles te maken met het aantreden van de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden. Die heeft steeds gezegd dat hij onder voorwaarden bereid is de nucleaire deal met Teheran uit 2015 nieuw leven in te blazen. Zijn voorganger Donald Trump stapte juist uit die overeenkomst omdat die volgens hem niet ver genoeg ging om Irans nucleaire ambities te beteugelen.
Iran verwacht echter dat de Verenigde Staten om te beginnen de sancties tegen het land opheffen. Afgelopen week bleek al dat Biden dat voorlopig niet van plan is. Vandaar dat ook uit Teheran de nodige schoten voor de boeg worden gegeven. Beide regeringen zijn kennelijk nog bezig af te tasten waar elkaars nieuwe grenzen liggen.
Israël kijkt daar intussen met argusogen naar. Want ook Jeruzalem weet nog niet zo goed hoe het zich tot de nieuwe bewoner van het Witte Huis moet verhouden. Eén ding staat vast: de Joodse staat heeft de VS nodig om een vuist richting Iran te maken.