Celstraf geëist voor niet tijdig inschakelen hulp voor echtgenote
Het Openbaar Ministerie heeft 270 dagen gevangenisstraf, waarvan 186 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, geëist tegen een 41-jarige man vanwege het in hulpeloze toestand achterlaten van zijn echtgenote. De vrouw is daardoor overleden. Volgens het OM heeft hij zijn vrouw in oktober 2019 in hun huis in Winkel urenlang op de koude vloer laten liggen. Ze was onder invloed van alcohol en medicijnen thuis op de grond gevallen.
Als de rechtbank in Haarlem de eis volgt, betekent dit dat verdachte Pedro V. niet meer de cel in hoeft, omdat hij al 84 dagen vast heeft gezeten. De aanklager merkte donderdag op dat deze zaak alleen maar verliezers kent. „Niemand heeft dit gewild.” V. is licht verstandelijk beperkt. Deskundigen achtten hem verminderd toerekeningsvatbaar, een advies dat de aanklager overnam. Desondanks was voor het OM duidelijk dat V. niet op tijd had ingegrepen, terwijl dat wel had gemoeten omdat uiteindelijk heel duidelijk was dat zijn vrouw in een levensbedreigende toestand verkeerde. Zij had veel zwellingen en botbreuken.
V. verklaarde dat hij en zijn vrouw op 12 oktober 2019 samen veel bier hadden gedronken. Zijn vrouw gebruikte ook zware medicatie. Zij zou ongeveer zeven keer zijn gevallen. Op een gegeven moment wilde zij volgens V. niet meer opstaan en bleef ze op de koude grond liggen. Hij ging slapen, maar ging nog wel enkele keren bij haar kijken. Ook gooide hij water over haar heen om haar wakker te houden en maakte hij een filmpje en foto’s, naar eigen zeggen om naar hulpverleners te sturen. Ze was volgens V. tot in de middag van 13 oktober nog bij kennis. Pas toen zij niet meer reageerde en hij zag dat haar tong blauw was, belde hij 112. In paniek schopte hij haar, in de hoop haar wakker te krijgen.
V. verklaarde al anderhalf jaar nachtmerries te hebben en zichzelf continu verwijten te maken. Zijn advocaat vroeg vrijspraak. V. zou er alles aan hebben gedaan wat binnen zijn beperkingen mogelijk was. Hij zou zijn vrouw eerder al hebben gevraagd of hij een ambulance moest bellen, maar zij zou dat niet hebben gewild.
De rechtbank doet 25 februari uitspraak.