Veel stations die nog wel open zijn, ondervinden bovendien hinder door het ijs. Om toch hulp te kunnen bieden op open water is de KNRM overgegaan op de ijsreddingsprocedure, waarbij de dienst ijsbrekers en speciale ijsteams inzet. „Want ondanks het verminderde scheepvaartverkeer in tijden van vorst, kunnen reddingsboten nog altijd nodig zijn”, zegt een woordvoerder, niet alleen voor noodsituaties bij schepen op open water maar ook vanwege de verwachte schaatsers op natuurijs.

Rondom het IJsselmeer staan twee ijsteams klaar. Met speciale ijsbrancards, overlevingspakken, voertuigen en ladders kunnen deze teams van zes personen hulp bieden op moeilijk te bereiken plekken op de Gouwzee en het Markermeer. „Je kunt er vergif op innemen dat het van het weekend circus is”, vertelt Symon Zondervan namens het in Marken gestationeerde ijsteam. Zondervan drukt schaatsers op het hart niet te ver en niet in je eentje te gaan zwerven op het ijs. „Het gevaar van deze bevroren plassen is dat het moeilijk zichtbaar is welke delen onveilig zijn.” De ijsteams zijn een samenwerkingsverband tussen de KNRM en de brandweer. In tegenstelling tot de gangbare reddingsstations staan zij onder aansturing van de veiligheidsregio en niet de Kustwacht.

De KNRM heeft daarnaast ook een aantal zware en oude reddingsschepen paraat liggen om ijs op de Waddenzee te breken. Deze zwaardere schepen, ook wel ‘dames van ijzer’ genoemd, worden gebruikt om een ijsvrije geul te creëren zodat de lichtere reddingsschepen alsnog het open water kunnen bereiken. De ijsbrekers liggen in de havens van Den Helder, Harlingen, IJmuiden, Lauwersoog, Stellendam, Urk en West Terschelling en worden in overleg met de Kustwacht ingezet bij noodsituaties.

Wanneer een ingevroren reddingstation niet inzetbaar is, kan de Kustwacht helikopters inzetten.