Iran houdt zich al geruime tijd niet meer aan de bepalingen van het akkoord. Daarin stond dat het land slechts zeer beperkt uranium mocht verrijken, tot een niveau ver onder wat nodig was om een atoombom te maken. In januari gaf Iran zelf al toe geen rekening te houden met die aanbeveling en wilde het zelf uranium verrijken tot 20 procent. Voor een kernwapen is een verrijking met 90 procent noodzakelijk.

De nucleaire deal uit 2015 dreigt nu geheel uiteen te vallen. In 2018 trok toenmalig Amerikaans president Donald Trump zijn land terug uit het akkoord en scherpte de handelssancties tegen Iran aan. Als reactie daarop ontdeed Teheran zich in 2019 van de meeste verplichtingen van het akkoord, „omdat andere landen de regels ook flagrant geschonden hadden”.

Huidig Amerikaans president Joe Biden heeft zijn hoop uitgesproken om de gesprekken met Iran te hervatten, maar zal niet de eerste stap zetten om de sancties op te heffen, zoals Iraanse leiders gevraagd hebben.

Het Iraanse parlement heeft al goedkeuring gegeven om IAEA-inspecteurs vanaf 21 februari de toegang tot Iran te ontzeggen, waardoor er geen controle meer is op de kernactiviteit van het land. „Als ze willen dat Iran terugkeert naar zijn verplichtingen, moeten de VS de sancties volledig opheffen”, zegt de Iraanse hoogste leider Ali Khamenei.