Franse kerkleiders vrezen inperking godsdienstvrijheid
Het Franse parlement kruist al meer dan een week de degens over de rol van religie in de samenleving. Op tafel ligt een wetsvoorstel „ter verdediging van de Republikeinse waarden.” Religieuze leiders vrezen inperking van de godsdienstvrijheid. „Godsdienst wordt nu bij voorbaat als potentiële bedreiging beschouwd.”
En toen ging het in het Franse parlement ineens over Paulus’ richtlijnen rond de hoofdbedekking van de vrouw. Tegenover de wens van sommige parlementariërs om de hoofddoek verder terug te dringen uit het publieke leven, bracht de leider van de uiterst linkse partij La France insoumise woorden van Paulus en de kerkvader Tertullianus in stelling. „In het christendom, en vooral in de geschriften van de heilige Paulus, is de sluier een teken van onderwerping aan de man”, zei Jean-Luc Mélenchon. „In dezelfde geest zei Tertullianus (…) dat ongesluierd zijn hetzelfde is als je prostitueren.” De moraal van het verhaal: ken je eigen geschiedenis „voordat je de hele wereld de les leest.”
Nu verwijst La France insoumise met enige graagte naar het christendom zodra de islam ter sprake komt. „Het wordt bijna een gewoonte”, noteerde de Franse krant Le Figaro. De partij wil daarmee tegenwicht bieden aan wat ze ziet als een heksenjacht op moslims. Het huidige front is duidelijk: het is geen geheim dat de beoogde nieuwe wet ter verdediging van de Republikeinse waarden als doel heeft de radicale islam te beteugelen.
Nevenschade
Onder religieuze leiders leeft juist de zorg dat de wet niet specifiek genoeg is en de algehele godsdienstvrijheid inperkt. Zo waarschuwde opperrabbijn Haïm Korsa de regering dat een wet die gericht is tegen het islamisme geen „neveneffecten” moet hebben voor andere religies.
Verschillende onderdelen van de beoogde wet voeden die gedachte echter wel. Een belangrijk knelpunt is dat de prefect, een regionale vertegenwoordiger van de staat, voortaan toestemming moet geven voor de oprichting van een nieuwe kerk of plaats van samenkomst. Die moet vervolgens bovendien iedere vijf jaar opnieuw worden verkregen. Hiermee wordt godsdienst bij voorbaat als „potentiële bedreiging” bestempeld, oordeelde de voorzitter van de Federatie van Franse Protestanten (FPF), François Clavairoly, in het christelijke tijdschrift La Vie.
Namens de rooms-katholieke bisschoppenconferentie sprak ook monseigneur Éric de Moulins-Beaufort zijn „ernstige zorg” uit over dit voorstel. Daarnaast leven er bij de bisschoppen onder meer „grote reserves” bij een verklaring die stichtingen en instellingen voortaan moeten ondertekenen om nog aanspraak te kunnen maken op staatssubsidie. Daarin moeten ze zich committeren aan de Republikeinse waarden, maar wat dat precies betekent, blijft onduidelijk.
De huidige wet die de scheiding van kerk en staat regelt, uit 1905, beoogt volgens De Moulins-Beaufort vrijheid. Maar het nieuwe wetsvoorstel verandert die „in een wet van controle, politie en repressie.” In lijn daarmee sprak zijn protestantse collega Clavairoly er zijn verbazing over uit dat veel parlementariërs lijken te zijn vergeten dat de Republiek is gefundeerd op „de vrijheid van geweten en vrijheid van godsdienst.”
Clavairoly wijst er daarbij op dat de wettelijke verankering van de huidige voorstellen in de toekomst verstrekkende gevolgen kan hebben. „Hoe zal deze tekst gebruikt gaan worden in de handen van een andere regering, die andere doelen heeft op het terrein van de godsdienst?”
Van islamitische zijde blijft het tamelijk stil rond het geheel van het wetsvoorstel. De gemeenschap is onderling sterk verdeeld over een onderdeel ervan: de oprichting van een nationale raad van imams, verenigd rond een Republikeins Handvest.
Onwetendheid
Niet alleen bij religieuze leiders leven er intussen zorgen over de koers die de regering wil inslaan, mede door onhandige opmerkingen van regeringsvertegenwoordigers. Zo wekte de stellingname van minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin dat „we niet meer in gesprek kunnen met mensen die weigeren zwart op wit te stellen dat de wet van de Republiek boven de wet van God staat”, breder verbazing.
De Franse socioloog Olivier Roy zei in het tijdschrift L’Obs dat de minister met deze opmerking blijk gaf „van een verbazingwekkende onwetendheid over wat een godsdienst is en wat de plaats van de godsdienst tegenover de staat is.” Als dit de lijn wordt, is Frankrijk op weg naar een staatsreligie, aldus Roy. „Alleen een autoritaire staat legt een wereldbeschouwing op.”
Het Franse parlement debatteert nog zeker tot vrijdag over het wetsvoorstel, waarop ruim 2650 amendementen zijn ingediend.