Poolse verdachte (33) wordt niet overgeleverd door Nederland
Een 33-jarige Pool die in zijn geboorteland wordt verdacht van handel en invoer van drugs wordt niet aan Polen overgeleverd door Nederland. De Poolse autoriteiten willen dat de man in Polen voor de rechter komt. De Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam ziet van overlevering af, omdat er een „reëel gevaar” is dat hij in Polen geen eerlijk proces zal krijgen.
Het Openbaar Ministerie meldt dat de man inmiddels in vrijheid is gesteld, omdat hij in Polen verdacht wordt en niet in Nederland. Daardoor is er geen juridische grond meer om hem vast te houden.
De IRK oordeelde eerder al dat de onafhankelijkheid van de Poolse rechtsstaat zo erg is aangetast, dat rechtbanken niet langer onafhankelijk zijn van de Poolse regering. Vorig jaar stelde de rechtshulpkamer daarom aan het Europese Hof van Justitie de vraag of Poolse overleveringsverzoeken automatisch moeten worden geweigerd.
In december antwoordde het hof dat een overleveringsverzoek alleen mag worden geweigerd wanneer er in het individuele geval concrete en zwaarwegende redenen zijn om aan te nemen dat het recht op een eerlijk proces zal worden geschonden.
In de zaak van de 33-jarige Pool is dat het geval, en daarom wordt de overlevering opgeschort. De IRK denkt namelijk dat de rechters die in Polen over deze strafzaak moeten oordelen, niet in vrijheid kunnen beslissen. Zo lopen er in de betreffende Poolse rechtbank tuchtprocedures tegen ten minste twee rechters. Die procedures worden uitgevoerd door een tuchtkamer waarvan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet is gegarandeerd, aldus de IRK.