De Jonge: Studie over euthanasieratio’s behoeft geen vervolg
Zorgminister De Jonge is niet van plan nader te laten onderzoeken waarom euthanasie in de ene gemeente veel vaker wordt toegepast dan in de andere.
Een voorstel daartoe van CU-Kamerlid Dik-Faber wees hij dinsdag van de hand. Uit het onderzoek, dat ruim drie weken geleden werd gepubliceerd, concludeerden de onderzoekers voorzichtig dat wisselende euthanasieratio’s mogelijk kunnen worden verklaard doordat artsen in bepaalde gemeenten vaker uit zichzelf het gesprek over euthanasie beginnen en/of de uitkomst daarvan sturen.
Daarvoor levert het onderzoek echter geen bewijs, stelt De Jonge. Hij redeneert dat de toetsingscommissies er weet van zouden hebben als dit wel zo zou zijn. Daarvoor zijn volgens hem echter geen aanwijzingen en het is ook niet zo dat meldingen die als onzorgvuldig worden beoordeeld zich concentreren in bepaalde regio’s.
De Jonge sluit niet uit dat het veelal de patiënt zelf is die over euthanasie begint. Verschillen in euthanasieratio’s zouden dan te verklaren zijn doordat patiënten dat in de ene streek sneller doen dan elders. Als de huisarts helpt het gesprek te initiëren, bijvoorbeeld omdat hij vermoedt dat de patiënt het moeilijk vindt, ziet De Jonge dat niet als iets verkeerds.