Boogschutters bestrijden overlast roeken
Vijf gemeenten in Zuidwest-Drenthe en Noord-Overijssel willen eind dit jaar boogschutters inzetten om moeilijk bereikbare roekennesten uit de bomen te schieten. Doel van dit experiment is de beschermde vogels op vriendelijke wijze te bewegen elders te gaan nestelen.
Dat meldde dinsdag een woordvoerder van de gemeente Meppel, die deel uitmaakt van het samenwerkingsverband. De vijf gemeenten, Meppel, Westerveld, De Wolden, Hoogeveen en Hardenberg, een gedragsbioloog en andere deskundigen buigen zich sinds enkele jaren over de roekenoverlast op diverse plaatsen in het Drents-Overijsselse grensgebied. Omdat de beschermde vogels niet mogen worden doodgeschoten of op directe wijze weggejaagd, is de projectgroep roekenbeheer op zoek gegaan naar andere methoden.
Een van die methoden is het weghalen van nesten uit bomen op overlastlocaties en het plaatsen van nestmateriaal op minder overlastgevoelige plaatsen in de omgeving, in de hoop dat roeken daar kolonies gaan vormen. Dat gebeurt buiten het nestseizoen, omdat de nesten dan leeg zijn en de roeken ook iets mobieler zijn.
Het weghalen van de nesten gebeurt in de meeste gevallen met behulp van hoogwerkers. Op sommige drassige locaties is dat echter niet mogelijk. Een mogelijke oplossing werd onlangs aangedragen door handboogvereniging De Vrijheid uit Zuidlaren. Leden van deze vereniging denken de lege nesten uit de bomen te kunnen schieten met pijl en boog door de pijlpunten in zacht materiaal te wikkelen.
De projectgroep roekenbeheer heeft dit idee omarmd. Na overleg met de bevolking in enkele informatiebijeenkomsten mogen de boogschutters vanaf half november hun pijlen richten op de ongewenste nesten.