De 21-jarige Jonny R. uit Haaksbergen hoorde zes jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging tegen zich eisen. Voor de moeder van het kindje, de 19-jarige Ilona S. uit Hengelo, had het openbaar ministerie dertig maanden celstraf, waarvan tien maanden voorwaardelijk, in petto omdat zij niets zou hebben gedaan om de dood van haar zoontje te voorkomen.

De ouders verklaarden dat Mikolasz op 30 december vorig jaar ’s avonds van de schoot van R. was gevallen en met zijn hoofdje op de houten vloer terechtkwam. Vervolgens schudde de man het kind flink heen en weer en probeerde z’n zoon te reanimeren terwijl de baby nog ademde. Er werd geen hulp ingeroepen.

Dat gebeurde wel toen het jongetje later op de avond na de laatste voeding blauw begon te zien. Het ambulancepersoneel trof een stijf en koud (31,8 graden) kindje aan met een erg lage hartslag. In het ziekenhuis overleed de baby aan de gevolgen van hersenletsel.

Uit sectie bleek dat Mikolasz diverse verwondingen had opgelopen. Behalve bloedingen en zwellingen in de hersenen had de baby ook een schedelbasisfractuur, drie gebroken ribben, netvliesbloedingen en diverse kneuzingen aan het gezicht en op het lichaam.

Deskundigen opperden de mogelijkheid dat er die avond meer is gebeurd. „Het letsel past niet bij wat R. heeft toegegeven”, aldus officier van justitie mr. M. Bordenga. „Er wordt maar wat gesuggereerd”, meende de advocaat van de man, mr. P. Coonen. Maar ook S., inmiddels de ex-vriendin van R., verklaarde gisteren voor de rechtbank: „Ik denk dat hij nog iets heeft gedaan toen hij Mikolasz na de laatste voeding naar boven bracht.”

Uitspraak 16 november.