Bezorgde WHO wil meer data over AstraZeneca-vaccin
Het nieuws dat het coronavaccin van AstraZeneca minder bescherming lijkt te bieden tegen milde en matige ziekteverschijnselen na een besmetting met een Zuid-Afrikaanse coronavirusvariant is zorgwekkend, maar nog geen reden het af te schrijven. Deskundigen van Wereldgezondheidsorganisatie WHO zeggen dat in reactie op bevindingen van wetenschappers over het vaccin van de Brits-Zweedse farmaceut.
„Dit is duidelijk zorgwekkend nieuws”, zei WHO-topman Tedros Adhanom Ghebreyesus. Hij benadrukte net als AstraZeneca dat de studie werd uitgevoerd met relatief weinig (2000) en vooral jonge en gezonde deelnemers. Voor bredere conclusies zijn meer gegevens nodig, aldus de WHO.
Het AstraZeneca-vaccin is het belangrijkste inentingsmiddel dat de organisatie wil inzetten in armere landen. Het bewijs tot nu wijst erop dat het ernstige symptomen vermindert en ervoor zorgt dat minder besmette mensen naar het ziekenhuis moeten of sterven. Wel werd eerder duidelijk dat er maar weinig gegevens zijn over de algemene werkzaamheid bij ouderen.
Zuid-Afrika heeft het begin van de vaccinatiecampagne met het AstraZeneca-vaccin voorlopig opgeschort. Andere landen zoals het Verenigde Koninkrijk hebben hun inwoners gerustgesteld en gaan ondanks de studie door met inenten.
Het middel werd eind vorige maand goedgekeurd voor gebruik in de Europese Unie, ook voor ouderen. In Nederland kunnen huisartsenpraktijken het vaccin vanaf dinsdag bestellen. Binnen een paar dagen zouden dan de eerste mensen kunnen worden gevaccineerd, maar het vaccin is nog maar beperkt beschikbaar. Nederlanders onder de 65 en medewerkers van verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en wijkverpleging komen ervoor in aanmerking.