Dierenbeulen en pestkoppen
Titel:
”Dierenhotel De Blije Buldog”
Auteur: Corien Oranje
Uitgeverij: Callenbach, Kampen, 2004
ISBN 90 266 1239 7
Pagina’s: 156
Prijs: € 9,50. ”Lawaaisaus”, door Hans Mijnders; uitg. Den Hertog, Houten, 2004; ISBN 90 331 1824 6; 95 blz.; € 5,90. Titel: ”Pestkoppen”
Auteur: Gerry Velema
Uitgeverij: Columbus, Heerenveen, 2004
ISBN 90 8543 041 0
Pagina’s: 96
Prijs: € 7,95.
Alle boeken vanaf 11 jaar.
Misdaadmonsters, ruziënde schoolkinderen en een grote rommelmarkt - drie recent verschenen kinderboeken van Corien Oranje, Hans Mijnders en Gerry Velema zorgen voor spitse, natuurlijke dialogen, een loeispannende achtervolging en een gelukkig slot.
Ik begin steeds meer waardering te krijgen voor de ”Top Secret”-serie van Corien Oranje, waarvan nu al het vierde deel is verschenen onder de titel ”Dierenhotel De Blije Buldog”. Daar zijn een paar redenen voor. In de eerste plaats worden de talrijke dialogen steeds spitser en tegelijk natuurlijker. Ze zijn doorspekt met een jongensachtige plaaghumor. Verder is er steeds meer sprake van een goed gedoseerde spanning, die in de loop van het verhaal wordt opgebouwd en versterkt, al wordt er ook veelvuldig gebruikgemaakt van traditionele maar nog niet versleten elementen, zoals achtervolgingen en insluipingen. Toch doet die spanning je de bizarheid van de intrige vergeten. Want bizar is het ook nu weer, waar Nathan en zijn vrienden -en vooral niet te vergeten zijn vriendinnen- mee te maken krijgen.
Daar is bijvoorbeeld een excentrieke dame, uitvindster en maakster van schoonheidsmiddelen, die haar producten in haar door hoge hekken afgeschermde villa in de bossen eerst op dieren wil uitproberen. Ze ”verzamelt” die dieren door middel van advertenties waarin zij haar huis beschikbaar stelt als ”vakantieverblijf” voor huisdieren. Zij laat de dieren door haar chauffeur ophalen, en dan verdwijnen ze voorgoed in de catacomben van deze Beatrice de Bonavante. De chauffeur begaat echter één onvergeeflijke fout: hij neemt Nathans hond mee, die in het bos in de buurt van de villa aan een boom vastgebonden zit. Nathan kampeert daar in de buurt met de vrienden en vriendinnen van de misdaadmonstersmoet dit niet met een hoofdletter? Zo heet toch de club? onder leiding van de opa van Arco, een gedisciplineerde maar o zo onnozele oud-kolonel.
Nathan komt erachter (hoe wordt niet zo duidelijk) waar zijn hond is, en dan volgt het spannende achtervolgings- en insluipspel waarover ik het zonet had. Loeispannend en natuurlijk goed aflopend. Voor Nathan, zijn hond en zijn vrienden en vriendinnen. Voor Beatrice en de haren natuurlijk heel wat minder goed. Maar dat is maar goed ook!
Rommelmarkt
Net zoals bij Corien Oranje is een van de sterke kanten van Hans Mijnders de natuurlijke geestige dialoog, geïnspireerd door de taal die hij in zijn dagelijkse schoolomgeving hoort. En dat maakt ook zijn nieuwste boek ”Lawaaisaus” fris en boeiend. Het verhaal past echt in de schoolsfeer, al komt de beschreven situatie, voorzover ik weet en hoop, tegenwoordig niet veel meer voor.
De leerlingen van twee scholen, de Willem van Oranjeschool en de Troubadour, hebben het om wat duistere redenen op elkaar gemunt. De hoofdpersonen, onder wie Stijn en Lisa, zitten in groep acht van de eerste school. Ze kunnen niet uitstaan dat klasgenootjes door een paar groep-achters van de concurrerende school worden gemolesteerd. Ze besluiten wraak te nemen, en zo ontstaat er binnen de kortste tijd een golfje van wederzijdse pesterijen, waar zelfs de politie en de dorpskrant aan te pas komen. Tot grote woede natuurlijk van de beide schoolhoofden, en ook van juf Nagtegaal, die de leiding heeft van de rumoerige op wraak beluste klas.
Groep acht wordt trouwens opgezadeld met een andere, heel wat leukere kwestie: het medeorganiseren van een rommelmarkt. In onderling overleg gaan ze een restaurant opzetten, en vol enthousiasme wijden ze zich aan de voorbereidingen. Die ”lawaaisaus” van de titel heeft daar natuurlijk alles mee te maken.
Tot hun grote schrik komen ze erachter dat ook de Troubadours een rommelmarkt op touw zetten, uitgerekend op dezelfde dag en hetzelfde uur. De woede van Stijn en de zijnen valt te begrijpen, en ze beschouwen het als een nieuwe pesterij. Maar de ”kwestie” pakt heel anders uit dan verwacht: het rommelmarktidee leidt tot een totale verzoening tussen de rivalen. En zo hoort dat ook.
Verschoppelingen
Pesten op school is ook het onderwerp van het boek van Gerry Velema, ”Pestkoppen”. Er zijn twee slachtoffers van die pesterijen, Junior, een bedeesde jongen uit de klas, die met zichzelf geen raad weet, en Kluitje, een oude eenzame zonderling, naast wie Tos in een nieuwbouwhuis komt te wonen, en die iedereen die hem nabij komt, met zijn geweer bedreigt. Hoofdpersoon is het meisje Tos, dat samen met haar vriendinnen Debbie en Kim er plezier in schept Junior te pesten en te vernederen, om z’n houding in de klas, om z’n kleren en omdat hij zou stinken. Uitgerekend Junior rukt haar onder een achteruitrijdende vrachtauto vandaan, en redt zo haar leven. Je zou verwachten dat die moedige daad de twee bij elkaar zou brengen, maar Tos schaamt zich en durft er in de klas niet over te vertellen, bang als ze is dat de klas haar zal uitlachen om Junior.
Aanvankelijk weigert ze zelfs op Juniors uitnodiging in te gaan om zijn verjaardag te komen vieren, en alleen onder dwang van haar ouders gaat ze schoorvoetend naar het intieme feestje toe. En het valt haar honderd procent mee!
Helaas, ze is door de klasgenoten met Junior gesignaleerd, en die beginnen ook haar nu te treiteren. Hoe ze het feestje had gevonden, willen ze weten.
„Wat dacht je nu?” roept ze extra hard zodat iedereen het kan horen. „Het was behoorlijk stom en het was stinken natuurlijk!” Zo, die zit! Ze schieten met elkaar in de lach. Niemand moet denken dat zij op Junior is. Opgelucht stapt Tos het lokaal in. Ze geloven haar. Maar als Junior even later langs haar loopt en haar aankijkt, krimpt Tos ineen om zijn verdrietige ogen.”
Het tweede pestmotief in het boek is dus de kluizenaar Kluitje. De vriendinnen kunnen het niet laten om, als ze samen zijn in het huis van Tos, de sloot over te steken naar het erf van de zonderling, om hem op stang te jagen. Nog net kunnen ze aan zijn woede ontkomen. Maar als ze het nóg een keer proberen, nu met de edelste motieven, loopt het mis. Debbie wordt in de stal opgesloten, bewaakt door de enge hond. Maar dan verweven de twee motieven van het verhaal zich tot een niet geheel onverwacht, maar wel heel gelukkig slot.