PO-Raad: geen aparte leerkrachten voor kleine en grotere kinderen
De PO-Raad is tegen het plan om aparte opleidingen voor onderwijs aan het jonge en aan het oudere kind op te zetten. De sectororganisatie vindt dat dit niet bijdraagt aan kwalitatief goed onderwijs en een betere arbeidsmarkt. Ook de Vereniging Hogescholen, de Algemene Onderwijsbond (AOb) en het Lerarencollectief zijn kritisch op het wetsvoorstel, meldt de raad.
Aankomende basisschoolleerkrachten moeten volgens een voorstel van het kabinet vanaf studiejaar 2022-2023 de mogelijkheid krijgen om zich speciaal te bekwamen in onderwijs aan een bepaalde leeftijdsgroep, dus jongere of oudere kinderen.
De uitval van studenten zou erdoor moeten worden beperkt, doordat ze zich al tijdens hun stage kunnen wijden aan een groep die speciaal hun interesse heeft. De plannen zijn ontstaan naar aanleiding van het tekort aan juffen en vooral meesters. De huidige pabo-opleiding blijft bestaan, maar andere onderwijsinstellingen zouden specifieke opleidingen kunnen gaan bieden. De diploma’s daarvan geven volgens de plannen dan ook echt alleen toegang tot banen in het onderwijs aan de gekozen leeftijdsgroep.
„Ieder kind heeft baat bij een ononderbroken ontwikkelingslijn. Dit vraagt om leraren met kennis over de ontwikkeling van kinderen tot 12 jaar en de leerlijnen van groep 1 tot en met groep 8”, vindt Anko van Hoepen, vicevoorzitter PO-Raad.
„Het splitsen van bevoegdheden heeft een negatief effect op de aantrekkelijkheid en mobiliteit op de onderwijsarbeidsmarkt. Bovendien zorgt dit in de praktijk voor onnodig veel complexiteit in het geval van vervanging”, waarschuwt de voorzitter ook.
Uit een peiling onder de leden van het Lerarencollectief zou blijken dat 71 procent van de leerkrachten nog steeds zal kiezen voor een brede bevoegdheid op de pabo.