Kerk & religie

Een antwoord op modern atheïsme

Mensen zijn bezig met zingeving, ze zoeken naar de zin van het bestaan. Volgens hedendaagse atheïsten is het christelijke idee van een verheven God Die de wereld overstijgt niet geschikt voor zingeving: dat is achterhaald, schadelijk of strijdig met wetenschappelijke kennis. Volgens gelovigen kan echter alleen in relatie met deze God de echte zin van het leven gevonden worden.

K. van der Zwaag
3 November 2004 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:50
UTRECHT – Drs. Arjan Markus: „Het bestaan van God is niet strijdig met de wetenschap. Je hoeft dus als christen niet dom of schizofreen te leven.” Foto Erik Kottier
UTRECHT – Drs. Arjan Markus: „Het bestaan van God is niet strijdig met de wetenschap. Je hoeft dus als christen niet dom of schizofreen te leven.” Foto Erik Kottier

Drs. Arjan Markus (33) promoveert donderdag aan de Universiteit Utrecht op de samenhang tussen de verhevenheid (transcendentie) van God en de zin van het leven (”Beyond Finitude. God’s Transcendence and the Meaning of Life”, uitg. Peter Lang, Frankfurt am Main). Gods verhevenheid definieert hij als „het anderszijn van God ten opzichte van het universum (heelal). God overstijgt de grenzen en beperkingen van het universum.” In zijn proefschrift, dat als een sluitstuk gezien kan worden van een reeks dissertaties over de eigenschappen van God (gestart onder leiding van prof. dr. V. Brümmer), verwerkt hij zowel Grieks-filosofische als bijbelse en christelijk-wijsgerige tradities.

Drs. Markus is missionair predikant van de hervormde Jacobikerk te Utrecht en is in dienst van de IZB. Zijn proefschrift sluit aan bij zijn dagelijks werk, waarbij hij God ter sprake brengt in de wereld van de grote stad. Kan de christelijke idee van een transcendente God gebruikt worden om zin te geven aan het leven? Markus’ antwoord luidt ondubbelzinnig: ja. De promovendus verdedigt de werkelijkheid van een verheven God tegenover allerlei atheïstische bezwaren, dat bijvoorbeeld het geloof in een transcendente God psychisch ongezond zou maken, dom zou houden, geweld zou stimuleren, of in strijd zou zijn met de wetenschap.

Markus betoogt het omgekeerde door te laten zien dat geloven in een transcendente God, als het om zingeving gaat, juist aan een aantal menselijke basisbehoeften voldoet. Als voorbeelden noemt hij het verlangen naar zin die de eindigheid van de mens overstijgt, het verlangen naar onsterfelijkheid en onvergankelijkheid en de behoefte om te kunnen omgaan met cruciale gebeurtenissen in het leven, hetzij positief, hetzij negatief. „Wat ik aan wil geven, is dat geloven psychisch niet ongezond is, mits er maar geen sprake is van een negatief godsbeeld. Geloven is psychisch gezond als het gaat om een bijbels evenwichtig godsbeeld, als we geloven in een God Die niet alleen geheel anders is, maar met Wie je ook een persoonlijke relatie kunt hebben, een God Die mensen verantwoordelijke personen laat zijn en bij Wie je troost en geborgenheid vindt.”

De promovendus onderscheidt vier aspecten van Gods transcendentie en stelt bij elk van de vier een specifieke vraag. God is in de eerste plaats transcendent wat betreft Zijn bestaanswijze. „Hij bestaat op een heel andere manier dan wij en is geen onderdeel van de schepping. De vraag is hier: Als Gods bestaanswijze zo verheven is boven ons, kan Hij ons dan wel nabij zijn? De klassieke theologie verdedigt in artikel 1 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat God onveranderlijk, tijdloos is. Als we dat in absolute zin opvatten, betekent het dat God geen enkele verandering ondergaat en dus geen emoties heeft. In dat geval kan God bijvoorbeeld dus niet vertoornd zijn op mensen, maar ook niet lijden en geen medelijden hebben met ons. Ik ben van mening dat God weliswaar transcendent is, maar ons nabij is als persoonlijk Wezen en dat God passies kan ondergaan en met ons mee kan lijden. Al heeft God emoties op een heel andere manier dan wij ze hebben.”

Hier komt ook de bijbelse visie op God in het vizier, die zich radicaal onderscheidt van de Grieks-filosofische traditie. „In tegenstelling tot Griekse denklijnen heeft God een sterke gepassioneerde betrokkenheid op de wereld en is er een intieme aanwezigheid in de wereld en zeker in de gelovigen. In het Nieuwe Testament wordt deze aanwezigheid verwoord in termen van inwoning van Jezus Christus en van de Heilige Geest. God is gerelateerd aan mensen op ’persoonachtige’ wijze, God heeft passies en emoties die, hoewel ze anders zijn, lijken op die van mensen.”

God is in de tweede plaats transcendent wat betreft de moraal: Hij is verheven boven alle immoraliteit, volstrekt goed. Hij is de norm van goed en kwaad. „Gods wil is norm, maar dat laat onverlet dat God een betrouwbaar karakter heeft en niet wispelturig is.” God is in de derde plaats transcendent wat betreft Zijn vermogens: Zijn macht en kennis. „God is alwetend en almachtig. Echter, als dit zo is, als God alles bepaalt en alles van tevoren weet, ligt dan alles niet vast? Ik verdedig de stelling dat God almachtig is en alwetend, maar dat dat niet per se hoeft te betekenen dat de mens zonder vrije wil is. Het bestaan van God maakt het niet onmogelijk dat mensen vrij zijn, al is de inhoud van de vrijheid door de zonde ontaard. Maar God schiep geen automaten en robotten en dat zijn mensen ook niet geworden na de zondeval.”

God is in de vierde plaats transcendent wat betreft Zijn onkenbaarheid: Hij gaat ons begrip ver te boven. „De cruciale vraag hier is: Als God echt ons begrip te boven gaat, dan kunnen we niets van Hem weten, niets van Hem begrijpen, niets over Hem zeggen. Dan kom je bij het standpunt van Kuitert uit. In dat geval is het idee van een transcendente God volkomen zonder betekenis voor zingeving: je weet niets, dus het heeft geen invloed op je leven. Ik verdedig echter de stelling dat God ons kennen te boven gaat, maar dat we genoeg kunnen weten van God om met Hem te kunnen leven. Met een God Die zozeer verheven is dat we geen kennis van Hem kunnen ontvangen, kun je niet in een persoonlijke relatie leven.”

Christelijke zingeving hoeft niet te leiden tot wereldmijding of minachting van het aardse leven, concludeert drs. Markus in zijn proefschrift, noch tot een verlies van menselijke verantwoordelijkheid en volwassenheid. Hij noemt de viervoudige opvatting van Gods transcendentie „veelbelovend”, en stelt -apologetisch- dat zijn uitkomsten van het onderzoek uitnodigen om de waarheidsaanspraken van het christelijk geloof serieuze aandacht te geven en om de christelijke levensbeschouwing als het ware ’uit te proberen’ om te zien of die overtuigend is. „De moderne atheïst stelt dat het bestaan van God niet past bij de moderne opvattingen over hoe de wereld is ontstaan, hoe de wereld werkt. Mijn stelling is dat er naast de natuurlijke (fysische) verklaring hoe de dingen werken, ook een bovennatuurlijke (metafysische) verklaring is. Je kunt de geboorte van een kind puur fysisch verklaren, maar je kunt het ook als een geschenk van God zien. Beide verklaringen sluiten elkaar niet uit, maar de bovennatuurlijke verklaring bevindt zich op een ánder vlak. Het bestaan van God is niet in strijd met de wetenschap. Je hoeft dus als christen niet dom of schizofreen te leven. Mijn proefschrift eindigt met een uitnodiging aan niet-gelovige intellectuelen om te zien dat geloven juist voldoet aan de diepe levensbehoeften van de mensen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer