Buitenland

Eerwraak, een verzwegen probleem in de Arabische wereld

De wetten en regels in de Arabische wereld ter bescherming van het individu laten ernstig te wensen over. Zeker als het gaat om het oplossen en de vervolging van de zogenaamde eer- of bloedwraakmoorden. In deze zaken wordt een vrouwelijk familielid omgebracht omdat zij de eer en de goede naam van de familie zou hebben geschaad.

Arthur Blok
3 November 2004 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 01:50

Jaarlijks sterven honderden vrouwen in het Midden-Oosten op deze tragische wijze. Veel daders worden nooit gestraft en vaak wordt zelfs niet eens aangifte gedaan bij de politie. In negen van de tien gevallen wordt er na de aangifte niets onderzocht. In sommige gevallen ontbreekt de vervolging in zijn geheel. Slechts incidenteel verschijnt een dader voor de rechter en dat is de voornaamste reden waarom precieze cijfers over dit fenomeen ontbreken.

In een poging de stilte rond dit delicate onderwerp te doorbreken, presenteerde de speciale mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in september een voorlopig rapport over ”Eerwraak in de Arabische wereld”. De cijfers in dit verslag spreken voor zich. In Libanon werpt het rapport een blik op het aantal aangeven zaken tussen 1998 en 2002. In het totaal vallen er zestien zaken binnen de categorie eerwraak. Slechts één keer werd een straf van meer dan vijf jaar uitgesproken door de rechter. In drie gevallen kreeg de dader een straf tussen de één en de drie jaar en in alle andere gevallen kwam de dader weg met een straf van minder dan een jaar. Vier keer volgde er vrijspraak.

De schattingen van soortgelijke zaken van andere landen in de regio zijn eveneens schokkend. In 2002 was tweederde van alle moordzaken in de Gazastrook en op de Westoever het gevolg van bloedwraak. In het koninkrijk Jordanië wordt gemiddeld 23 keer per jaar aangifte gedaan van een dergelijke moord. In Egypte en Syrië ongeveer 150 per jaar en Jemen spant de kroon met bijna 400 moorden per jaar.

De Syrische mensenrechtenactiviste Seta Kerechekian is een van de commissieleden die in opdracht van de VN onderzoek verrichtten in Libanon en Syrië. Tevens onderzocht zij het geweld tegen vrouwen. Er zijn volgens Kerechekian weinig „kloppende” cijfers bekend, de VN hanteren officiële cijfers van de nationale rechtbanken. Kerechekian: „Helaas zijn de daadwerkelijke getallen vele malen hoger.”

Uit het onderzoek blijkt dat veel moordenaars jonger zijn dan 18 jaar: „Regelmatig wordt er geen aangifte van de moord gedaan”, zucht de activiste. „Alsof het slachtoffer nooit heeft bestaan.”

Over Syrië zijn pas sinds kort gegevens bekend en het zorgwekkende is dat de wetgeving mannen bijna aanmoedigt een familielid om te brengen. Een bepaling uit het Syrische wetboek -artikel 562- zegt bijvoorbeeld dat „een man die zijn vrouw, dochter of zus betrapt op overspel of ander onzedelijk gedrag voor deze moord een passende en lichte straf zal ontvangen.”

In het Libanese wetboek zijn volgens Kerechekian soortgelijke regels te vinden. „Pas sinds begin 2000 wordt in beide landen een man gestraft, daarvoor stond in het wetsartikel dat elke man vrijspraak zal ontvangen.”

„Deze verandering komt voor rekening van president Bashar al-Assad”, vertelt Kerechekian. „Het is een van zijn hervormingen.” Volgens de activiste wilde de Syrische president nog veel verder gaan met het hervormen van deze wetten, maar dat ligt vooralsnog te gevoelig: „Dit met name vanwege de grote invloed van religieuze leiders.”

Volgens Kerechekian is gelijke berechting van mannen vrouwen „een illusie” in dit gedeelte van de wereld. Overspel door een vrouw, of verdenking daarvan, kan -als het recht niet in eigen handen wordt genomen en aangifte wordt gedaan bij de politie- resulteren in een celstraf van drie maanden tot ongeveer twee jaar. Een man daarentegen wordt uitsluitend berecht als hij op heterdaad wordt betrapt. Alleen dan loopt hij het risico achter de tralies te belanden: „Maar nooit langer dan één jaar!”

Aangepaste wetgeving of niet, eerwraak is een fenomeen waar nauwelijks iets tegen te beginnen is. „Moord is moord”, roept Widney Brown, advocate voor Human Rights Watch, van achter haar nieuwe bureau in de Syrische hoofdstad Damascus. In de afgelopen jaren zette zij zich voortdurend in voor zwaardere straffen en actieve vervolging van de daders. Via actiegroepen, buurtbijeenkomsten en meer van dit soort kleine projecten probeert Brown haar stem te laten gelden.

„Ik vrees dat er een hele cultuuromslag nodig is om deze gruweldaden te stoppen”, vindt Brown. „In het bijzonder omdat in ogen van veel Arabieren eerwraak een gerechtvaardigd middel is.” De advocate benadrukt dat eerwraak niet alleen in het Midden-Oosten voorkomt, maar ook ver daarbuiten.

In landen als Iran, Afghanistan, Pakistan, India en zelfs in grote delen van Latijns-Amerika is eerwraak helaas de normaalste zaak van de wereld. In al deze landen worden -net als in de Arabische wereld- de daders nauwelijks bestraft: „De trieste overeenkomst is dat in al deze culturen de vrouw wordt gezien als bezit.”

Hoogleraar sociologie Samir Khalif, verbonden aan de Amerikaanse universiteit van Beiroet, legt uit dat veel families eerwraak als een „recht van de familie” en een „interne aangelegenheid” zien. Khalif: „Het laatste dat zij wensen is inmenging van justitie.”

Daar komt volgens de hoogleraar nog bij dat veel moeders, schoonmoeders en andere vrouwelijke familieleden dit fenomeen simpelweg accepteren. Khalif: „Het idee van een vrouw als bezit zit diepgeworteld in de islamitische cultuur. De eigenaar van dit bezit heeft het recht over haar lot te beslissen.”

Aanpassing van regelgeving op dit gebied verloopt tergend langzaam. „In de afgelopen vijftig jaar is er nauwelijks iets aan de situatie veranderd”, aldus Khalif. „Politie en aanklagers in de Arabische wereld moeten ervan overtuigd worden dat ze deze zaken serieus horen te behandelen. Landen moeten desnoods met sancties gedwongen worden deze middeleeuwse wetten die vrouwen discrimineren aan te passen.”

Een goed voorbeeld van kromme regelgeving en stuntelige alternatieven voor vrouwen is volgens hem te vinden in Jordanië, waar een vrouw zichzelf kan aangeven bij de politie als zij voor haar leven vreest. Deze vrouw mag vervolgens in de gevangenis verblijven totdat het gevaar geweken is. De enige manier om uit de cel te komen is wanneer een mannelijk familielid de vrouw komt ophalen. Khalif: „Dit is dan vaak ook nog eens degene die de bedreiging vormde!”

Een in 2003 ingediende VN-resolutie die eerwraak scherp veroordeelde, strandde bij de Algemene Vergadering van de VN. Met name vanwege heftige verdeeldheid van een aantal Arabische landen. Om het aanpassen van de regelgeving aan te moedigen en de aandacht nogmaals op de vrouwenrechten te vestigen, start Amnesty International begin 2005 een grote campagne met als thema ”Stop het geweld tegen vrouwen!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer