Ten minste 160.000 vluchtelingen zijn daardoor vrijwel onbereikbaar geworden. Dit heeft woordvoerster Christiane Berthiaume van het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) dinsdag bekendgemaakt.

Het WFP heeft 88 hulpverleners geëvacueerd uit drie kampen in de regio Nyala-Golu, Zalingie en Nertetie. De meesten werken voor onafhankelijke hulpverleningsorganisaties, zei Berthiaume. Het WFP heeft zelf nog drie medewerkers in Zalingie en Nertetie, maar die zullen afhankelijk van de verdere ontwikkelingen wellicht ook worden teruggetrokken.

Het WFP vreest dat de Sudanese strijdkrachten de vluchtelingen uit de kampen naar hun dorpen zullen terugbrengen, waar zij weer zouden blootstaan aan aanvallen van de Janjaweed, de door de regering gesteunde Arabische milities. De vluchtelingen denken dat de regering wraak neemt voor de ontvoering van achttien Sudanezen van Arabische afkomst, zei het WFP. Die werden vorige week uit een bus gehaald die tussen Zalingie en Nyala reed.

De Sudanese regering ontkende echter dat het leger de vluchtelingenkampen heeft omsingeld. Volgens de Sudanese minister van Humanitaire Zaken, Ibrahim Hamid, worden de kampen omsingeld door boze Arabische stamleden die willen dat de achttien ontvoerde Arabische Sudanezen worden vrijgelaten. Hamid zei dat de hulp van de Afrikaanse Unie, die een vredesmacht in Darfur heeft gestationeerd, is ingeroepen om de ontvoerde Sudanezen vrij te krijgen.