Politiek en moslims bezorgd over vrijheid van meningsuiting
De moord op Theo van Gogh heeft kabinet, Tweede Kamer en moslimorganisaties woensdag geschokt. Politici constateerden tot hun afgrijzen dat de Nederlandse samenleving verhardt, en dat de vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk komt te staan.
Volgens premier Balkenende zoeken mensen steeds vaker hun toevlucht tot geweld. Hij noemde dat zorgwekkend. Minister Donner (Justitie) denkt dat er in Nederland niet meer behoorlijk valt samen te leven als de moord een gevolg is van de uitspraken van Van Gogh. De ministers Remkes (Binnenlandse Zaken) en Zalm (Financiën) lieten zich in soortgelijke bewoordingen uit.
Minister Bot (Buitenlandse Zaken) is juist niet bang voor een verslechterend klimaat. Hij benadrukte dat mensen geen vijandige houding tegenover minderheden moeten aannemen.
In de Tweede Kamer heerste grote woede over de daad van de moordenaar. Fractieleiders Verhagen (CDA) en Van Aartsen (VVD) toonden zich bijzonder ongerust dat mensen met een bepaalde mening moeten vrezen voor hun leven. Verhagen noemde het volstrekt onacceptabel dat iemand in Nederland wordt doodgeschoten vanwege zijn opvattingen. Van Aartsen maakte zich grote zorgen over de veiligheid van VVD–Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, met wie Van Gogh de film Submission maakte. Hirsi Ali ging meteen naar huis toen de moord bekend werd.
Kamerlid Geert Wilders, fel criticaster van de islam, zei bang te zijn. PvdA–voorman Bos riep iedereen op om de moord compromisloos te veroordelen.
De LPF drong andermaal aan op beveiliging van criticasters als Van Gogh. Volgens Femke Halsema van GroenLinks lijkt het nu onontkoombaar dat publieke figuren persoonlijk worden beveiligd.
Ook onder moslims is fel afwijzend gereageerd. „Ik vind zijn opvattingen over de islam afschuwelijk en zeer kwetsend, maar geen enkel motief rechtvaardigt moord", zei voorzitter A. Tonca van het Contactorgaan Moslims en Overheid.