Haast elke partij werkt, in een bepaalde vorm, samen met PVV
Het laatste woord is er niet snel over gesproken: kun je als politieke partij met goed fatsoen samenwerken met de PVV of met FVD? Het antwoord op deze vraag kan ja of nee luiden, maar er bestaan ook allerlei varianten daar tussenin.
Van groot belang is allereerst wat je onder de term samenwerken verstaat. Zo af en toe voor een motie van de PVV stemmen? Samen een motie indienen? Partijen die dat eerste weigeren, zijn er niet veel.
Ja, de PvdA heeft die houding in de Tweede Kamer een tijdje uitgeprobeerd. Fractieleden werden in de tijd van Samsom gesommeerd nooit voor een motie van een PVV’er te stemmen. Maar dat hielden de sociaaldemocraten niet lang vol. In het achterliggende jaar trok Asscher juist regelmatig samen met Wilders op, met name in het bekritiseren van de corona-aanpak.
Ook de christelijke partijen brengen diverse vormen van samenwerking met de PVV in praktijk. Uit een rondgang van het Reformatorisch Dagblad in 2018 langs 22 gemeenteraden waarin de PVV vertegenwoordigd was, bleek bijvoorbeeld dat van de 21 lokale CU-politici die deze krant sprak er negen overwegend mild oordeelden over hun PVV-collega’s. Sommige van hen spraken zelfs lovend over ‘hun’ lokale PVV’ers. CU-partijvoorzitter Adema stelde destijds dat CU-raadsleden zeker wel konden „samenwerken met PVV’ers bij het indienen van moties en amendementen.”
Een andere vraag is of je als christelijke partij een coalitie wilt vormen met PVV of FVD. Waar CU’ers díé vorm van samenwerken meestal bij voorbaat afwijzen, volgt een meerderheid van het SGP-kader –zo bleek zaterdag uit een onderzoek van het Nederlands Dagblad– de lijn van partijleider Van der Staaij: bij coalitievorming is voor ons geen enkele partij melaats.
Vooropgesteld: wat SGP-raadsleden van samenwerking met PVV of FVD vinden, is praktisch gezien niet zo relevant. FVD zit alleen in Amsterdam in de raad. Gemeenten waar én PVV én SGP in de raad zitten, zijn op één hand te tellen. Dus zoveel coalities zijn er niet te smeden.
Daar komt nog bij dat gemeentelijke politiek anders is dan landelijke. Grondrechten zijn daar minder vaak in het geding. En lokale PVV’ers zijn soms veel redelijker en constructiever dan hun nationale voorman.
Dat alles maakt dat een rigide landelijke richtlijn, in de zin van: met PVV of FVD stappen we nooit in een college, voor de SGP niet voor de hand ligt. Veel verstandiger is het als partijgenoten elkaar hierin vrijlaten, ook al omdat situaties aanzienlijk van elkaar kunnen verschillen. Wie moeite heeft in zo’n coalitie te stappen, hoeft het niet te doen. Wie denkt dat het zijn plicht is, kan er eventueel toe overgaan.
Maar zijn sommige standpunten van PVV of FVD dan niet principieel verwerpelijk? Zeker, maar wie dat argument doorslaggevend vindt, heeft de plicht om uit te leggen waarom sommige standpunten van D66 of GL mínder verwerpelijk zijn. Dat is best lastig.