Advies: herzieningsverzoeken Arnhemse villamoord afwijzen
De geruchtmakende zaak rond de zogeheten Arnhemse villamoord moet niet worden herzien. Dat vindt de advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Hij heeft de raad geadviseerd de namens de veroordeelden in de zaak ingediende herzieningsverzoeken af te wijzen. Volgens de advocaat is er geen sprake van een novum - een nieuw gegeven dat de veroordelende rechter tot een ander oordeel had kunnen brengen. Een novum is noodzakelijk voor een geslaagd herzieningsverzoek.
De zaak draait om een overval op een villa in Arnhem op 2 september 1998, waarbij de 63-jarige bewoonster werd doodgeschoten. De vrouw had op dat moment bezoek van een 33-jarige vrouw. Beiden werden gedwongen op bed te gaan liggen en werden vervolgens beschoten. De bewoonster werd daarbij gedood, de andere vrouw raakte gewond.
In de loop van het politieonderzoek werden negen mannen gearresteerd. De rechter veroordeelde hen tot straffen van vijf tot twaalf jaar. De veroordeling berustte vooral op de bekentenissen van twee verdachten, die ook de andere mannen als betrokkenen aanwezen.
Een van de bekennende verdachten maakte in 2018 kenbaar dat hij spijt had van zijn bekentenissen en een nieuwe verklaring wilde afleggen. Daarin heeft hij gezegd dat hij tijdens de verhoren onder druk is gezet en is bedreigd en dat hij heeft bekend om van het verhoor af te zijn. In de herzieningsverzoeken werd het intrekken van die bekentenis en de nieuwe verklaring als novum opgevoerd. Volgens de advocaat-generaal heeft het gerechtshof - dat tot veroordelingen kwam - zich in hoger beroep uitgebreid gebogen over de oorspronkelijke, belastende verklaring en over de verhoormethode van de politie.
Onderzoekers van het Project Gerede Twijfel van de Universiteit van Maastricht concludeerden in 2014 al dat de bekentenissen vals waren en op tafel waren gekomen door sturende, intimiderende en onzuivere verhoortechnieken van de recherche. Ook bleken door de recherche opgemaakte processen-verbaal van verhoren volgens de onderzoekers niet te kloppen.
Nader onderzoek op last van de procureur-generaal bij de Hoge Raad leidde tot eveneens kritische bevindingen van de Adviescommissie Afgesloten Strafzaken (ACAS). De commissie bestempelde de veroordeling als „(potentieel) onveilig”. Volgens de advocaat-generaal is dat niet de maatstaf waarmee het herzieningsverzoek moet worden beoordeeld.
De Hoge Raad doet naar verwachting uitspraak op 20 april.