De Jonge: nieuwe vaccincijfers kloppen mogelijk toch niet
De nieuwe vaccinatiecijfers van het ministerie van Volksgezondheid die het resultaat zijn van een nieuwe rekenmethode, kloppen mogelijk toch niet. Demissionair zorgminister Hugo de Jonge zegt maandag de cijfers verder te willen onderzoeken. De vaccinaantallen in de langdurige zorg zijn wellicht dubbel meegeteld. „Als het LNAZ (Landelijk Netwerk Acute Zorg) zegt dat er iets niet klopt, dan zou dat zomaar kunnen”, zegt De Jonge.
„Ik ken het LNAZ als een degelijke club, dus we gaan het onderzoeken en herstellen mogelijke fouten.” Op het coronadashboard van de Rijksoverheid staat dat er ongeveer 81.000 prikken zijn gezet in ziekenhuizen, maar volgens het LNAZ, dat de cijfers zelf al vanaf het begin dagelijks registreert, zijn dat er maar 60.000. Het ministerie gaf als reden hiervoor dat „ziekenhuizen en instellingen voor langdurige zorg het aantal prikken pas later meldden”.
Het LNAZ noemde de verklaring van het ministerie „apert onjuist”. Voorzitter Ernst Kuipers van het LNAZ voegde er maandag aan toe dat de cijfers van de ziekenhuizen „klip en klaar” zijn. „De ziekenhuizen hebben iedere dag exact doorgegeven hoeveel medewerkers gevaccineerd zijn, daar ligt het niet aan.”
Volgens De Jonge was het nodig de methode aan te passen, omdat de cijfers niet meer nauwkeurig weergaven hoeveel prikken er nu echt waren gezet. Nu wordt het aantal gezette prikken geschat, op basis van hoeveel er is geleverd. De vaccins worden toegediend op de dag dat ze worden geleverd, en de drie dagen erna. „Hierbij geldt de aanname dat dit in gelijke delen (25% per dag) gebeurt”, staat in de verantwoording van het coronadashboard.
De Jonge wilde niet ingaan op de vraag of het slim was nu de methode aan te passen. „Zo gaat dat in deze hele crisis, toch? Dat er af en toe iets niet klopt, en dan herstel je dat. Wij zeggen telkens wat we weten.”
Kuipers is niet principieel tegen schattingen. „Voor het verhaal maakt het niet zo heel veel uit.” Op de vraag of de cijferverwarring het vertrouwen tussen zijn organisatie en het ministerie aantast, antwoordde Kuipers dat dit niet het geval is. „We gaan rustig door.”