Van ná de ramp willen blijven vraagt inzet voor klimaat
Zo goed als Nederland is in het zich voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering, zo veel werk is er nog aan de winkel als het gaat om het tegengaan ervan. De doelen en plannen zijn er. Het komt nu aan op daadkrachtige uitvoering ervan.
Vandaag herdenken we de watersnoodramp. Die dramatische nacht van 31 januari op 1 februari 1953 staat in het collectieve geheugen gegrift op Goeree-Overflakkee, het eiland waarop ik geboren en getogen ben. Levendig herinner ik me de verhalen, van mijn vader en ooms. Over hoe het vee bijeengedreven rond de dorpskerk stond, over hoe de duinen compleet waren weggeslagen en over hoe ze als jonge jongens met te zware zandzakken de gaten in de doorgebroken dijk hadden gedicht. En vooral dat een paar dorpen verderop veel mensen waren verdronken en dat het zonder heldhaftig ingrijpen van de brandweercommandant nog veel erger zou zijn geweest. Op Goeree en elders in Zuidwest-Nederland, waar ”de ramp” het ankerpunt in de geschiedenis is, wordt dit dan ook treffend geïllustreerd door de vraag: „Beij van voor of van nae d’n ramp?” En ik, ik ben van na de ramp.
Deltaprogramma
U kent de geschiedenis. Ná de watersnoodramp ging ons land met vereende krachten aan de slag met de bouw van de Deltawerken. Zoals we eerder, ná de Zuiderzeevloed, de Afsluitdijk aanlegden. En later, ná de bijna-ramp in het rivierengebied en de grootschalige evacuaties, de rivierdijken versterkten en ruimte gaven aan de rivier.
Sinds 2010 proberen we, met het door staatssecretaris Tineke Huizinga (ChristenUnie) opgerichte Nationale Deltaprogramma, nadrukkelijk een nieuwe watersnoodramp vóór te blijven. Ja, in klimaatadaptatie (zich aanpassen aan klimaatverandering) is Nederland een kei. Afgelopen week waren we zelfs de digitale gastheer van een ”klimaatadaptatietop”, de Climate Adaptation Summit, met wereldleiders uit alle windstreken.
En toch, met alleen het versterken van dammen, duinen en dijken komen we er niet. In Nederland kunnen we behoorlijk wat zeespiegelstijging en rivierwaterafvoer aan, maar op enig moment wordt dat ook hier ingewikkeld. En wat te denken van andere dichtbevolkte en kwetsbare deltagebieden in de wereld, zoals Bangladesh, Mozambique en Vietnam, of de pijlsnel wegzakkende miljoenenstad Jakarta.
Nederland helpt deze delta’s met zijn waterkennis, en daar moeten we vooral mee doorgaan. Maar naast adaptatie is mitigatie nodig: onze inzet om klimaatverandering te beperken. Niet omdat de aarde maakbaar is, wel omdat de schepping die ons is toevertrouwd kostbaar én kwetsbaar is. Doordat we in ijltempo fossiele brandstoffen verbranden, jagen we met historische snelheid de temperatuur op aarde omhoog. En we kennen de remedie. We zullen moeten minderen en uiteindelijk moeten stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, zodat het de mensen en vele andere schepselen niet te heet onder de voeten wordt.
CO2-intensieve economie
Zo goed als Nederland is in het zich voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering, zo veel werk is er nog aan de winkel als het gaat om het tegengaan ervan. In de duurzame-energielijstjes bungelen we al jaren onderaan. We hebben een van de meest CO2-intensieve economieën van de wereld. En minister Van Nieuwenhuizen (VVD) presteerde het vorige week nog om in één adem positief te spreken over de klimaattop én het openen van Lelystad Airport. De doelen en plannen zijn er. Het komt nu aan op daadkrachtige uitvoering. En wel zo dat iedereen dat kan meemaken, ook mensen met een kleine beurs.
In bruikleen
En ja, de coronacrisis laat pijnlijk zien dat maakbaarheid een illusie is. We zijn als mensen kwetsbaar en klein. Beweren dat we élke ramp kunnen voorkomen, getuigt van grootheidswaan. Bescheidenheid past ons. Maar dat is wat anders dan apathisch wachten tot de voorspellingen van wetenschappers uitkomen. Daarom ben ik zeer gemotiveerd om mij politiek in te zetten voor adaptatie én mitigatie. Voor een veilige kust en een leefbaar land, hier en elders. En voor het terugdringen van de schade die onze generaties aanrichten op aarde, de schepping die we in bruikleen hebben van de Schepper. Zodat wij en onze kinderen, of we nu wonen op Goeree-Overflakkee of in de Gangesdelta, kunnen blijven zeggen: wij zijn van ná de ramp.
De auteur is kandidaat-Kamerlid voor de ChristenUnie (nummer 5), fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP in Den Haag en voormalig adviseur van de deltacommissaris.