‘Nederlander gaat zuinig om met spaargeld’
Nederlanders gaan het geld dat ze tijdens de coronacrisis extra hebben gespaard, als het straks weer kan niet zomaar uitgeven. Mensen vinden het volgens economen van ABN AMRO moeilijk om op hun gespaarde geld in te teren, ook al is dat hoger dan ze initieel hadden voorzien. Bovendien bleven de uitgaven aan duurzame goederen als een huis, een verbouwing, een nieuwe wasmachine of een auto op niveau, waarmee een inhaalslag minder aannemelijk lijkt.
Zo werd veel elektronica aangeschaft om de thuiswerkplek in te richten en bij gebrek aan vakantie zijn consumenten aan het huis gaan klussen. Hard getroffen sectoren zoals winkels, de reis- en evenementenbranche en de horeca lenen zich daarnaast minder goed voor een forse inhaalslag. Het is daarmee volgens ABN AMRO dus maar de vraag of de gemiste uitgaven tijdens het afgelopen jaar ook daadwerkelijk allemaal worden ingehaald.
De Nederlandsche Bank (DNB) rekende uit dat Nederlanders vorig jaar bij elkaar 42 miljard euro op hun betaal- of spaarrekening bijschreven. Volgens ABN AMRO is 37 miljard euro daarvan extra gespaard door de coronacrisis. Een groot gedeelte van de 4600 euro die huishoudens extra overhielden werd in de maanden maart, april en juni gespaard.
Volgens ABN AMRO is het in crisistijd gebruikelijk dat de spaartegoeden toenemen. Dit omdat mensen graag wat geld achter de hand willen houden in onzekere tijden. Zo spaarden Nederlanders in 2009 zo’n 14,5 miljard euro extra. In 2010 was dit 7,3 miljard.
Van de 42 miljard euro die vorig jaar werd gespaard is volgens ABN AMRO 15 miljard euro onvrijwillig op de rekeningen blijven staan, wat betekent dat het geld niet kon worden uitgeven door bijvoorbeeld horecasluitingen en vakanties die niet door konden gaan. Zo’n 10 miljard euro had eigenlijk tijdens de eerste coronagolf uitgegeven moeten worden, de resterende 5 miljard aan het einde van het jaar. De laatste weken loopt het onvrijwillige spaargeld ook weer harder op dan tijdens de eerste golf omdat niet-essentiële winkels dicht zijn.
Historische data tonen volgens ABN AMRO ook aan dat extra opgebouwd spaargeld tijdens een crisis niet direct wordt uitgegeven op het moment dat dit weer kan. Na de financiële crisis bleef de totale instroom van spaargeld groter dan de totale uitstroom, waardoor de netto inleg verder steeg.