Risico’s in opsporing terroristen door wanbeleid politiedienst
Jarenlang wanbeleid binnen het politie-onderdeel Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) zorgt voor grote risico’s in de opsporing van onder andere terroristen en leidt tot een slecht imago van de Nederlandse politie. Binnen de dienst is het slechte beleid bovendien schadelijk voor werknemers, concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid donderdag in een nieuw onderzoeksrapport.
Het rommelt al langer binnen de DLIO, de informatieorganisatie van de nationale politie. De ICT-systemen zijn verouderd en er is een groot tekort aan goed opgeleid personeel. Via vakbonden bereiken signalen van een verziekte werksfeer, met machtsmisbruik, vriendjespolitiek en discriminatie de Inspectie.
Door de ICT- en personeelsproblemen heeft de dienst al langer moeite met het uitvoeren van kerntaken, zoals het verwerken van rechtshulpverzoeken en internationale informatie-uitwisseling over onder meer terroristische dreigingen. Tegelijkertijd ontstaat na verschillende terroristische aanslagen in Europa - zoals die in 2015 in Parijs en in 2016 in Brussel - de noodzaak tot betere uitwisseling van informatie tussen politiediensten in binnen- en buitenland. Daardoor neemt de druk op de DLIO verder toe, terwijl de dienst dus al moeite heeft met het uitvoeren van de basistaken.
De leiding van de dienst maakt plannen om aan de nieuwe eisen te voldoen. Tegelijkertijd moeten ook de al bestaande problemen met de ICT en het personeelstekort worden opgelost. En daar gaat het mis. De organisatie stelt een groot aantal nieuwe beleidsplannen op, terwijl het uitvoeren van de kerntaken van de dienst niet goed op orde is.
„Kenmerkend” is volgens de Inspectie bovendien dat over de uitvoering van de nieuwe plannen geen duidelijke afspraken worden gemaakt. Zo ontstaat verwarring over wat in welke volgorde moet worden aangepakt en wie welke taken oppakt. De leiding wijst mensen op informele manieren projecten en taken toe. Teamleiders raken met elkaar in conflict en zeggen het vertrouwen in elkaar op. Ook liggen verschillende afdelingen binnen de DLIO met elkaar overhoop. Dit alles leidt volgens de Inspectie tot „taakverwaarlozing” en „schade aan informatiestromen”, met risico’s voor de opsporing en een slecht imago van de Nederlandse politie tot gevolg.
De Inspectie roept de DLIO op om de problemen binnen de organisatie op te lossen. Bijzondere aandacht moet daarbij volgens de Inspectie uitgaan naar het welzijn van het personeel. Volgens een woordvoerder van de Inspectie heeft de dienst inmiddels stappen ondernomen maar is er „nog een lange weg te gaan”.