Oplevering nieuwe woningen loopt terug
De bouw van nieuwe woningen hapert, bleek donderdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De daling werd al verwacht omdat het aantal vergunningen voor nieuwbouw sinds 2019 is teruggelopen.
Volgens het CBS werden in 2020 ruim 69.000 nieuwe woningen opgeleverd. Daarmee is een einde gekomen aan de geleidelijke stijging van de afgelopen jaren. Tussen 2000 en 2009 werden gemiddeld zo’n 76.000 nieuwe woningen per jaar opgeleverd. In de daaropvolgende crisisjaren werd dit niveau bij lange na niet gehaald.
Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken), die verantwoordelijk is voor wonen, stelt daarentegen dat er circa 10.000 woningen meer zijn opgeleverd dan het CBS meldt. Het gaat om transformatiewoningen die ontstaan na een verbouwing van een bestaand pand zoals kantoren, bedrijfspanden en schoolgebouwen. Volgens het ministerie zijn dat ook nieuwe woningen, maar komt het CBS altijd later in het jaar met het aantal transformaties.
Dat betekent volgens Ollongren dat er vorig jaar ruim 79.000 woningen zijn gerealiseerd, iets meer dan de jaarlijkse doelstelling van gemiddeld 75.000. Dat is volgens haar te danken aan meerdere maatregelen die het kabinet heeft genomen om de woningbouwproductie te versnellen. De extra actie was nodig, omdat er door de coronacrisis en de stikstofproblematiek een dip ontstond in de woningbouw. De productie moet de komende jaren verder omhoog, omdat de bevolking sneller toeneemt dan verwacht. Tot 2030 moeten er bijna 900.000 woningen bijkomen, aldus de minister.
Volgens het CBS werden in Zuid-Holland de meeste woningen gebouwd, ruim 15.000. De woningvoorraad groeide in Flevoland relatief het hardst, met 1,5 procent. In Limburg werden naar verhouding veel minder nieuwbouwwoningen gebouwd. Ook in Groningen, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant werden meer nieuwe huizen opgeleverd dan gemiddeld in Nederland.
Het Zuid-Hollandse Zoeterwoude groeide door nieuwbouw het hardst, met bijna 6 procent. Daar werden ruim 200 woningen gebouwd. In Den Haag werden de meeste nieuwbouwwoningen toegevoegd, meer dan 2800. In de afgelopen jaren stond Amsterdam op de eerste plek.
Starters
Volgens De Hyptoheker krijgen jonge kopers het in 20221 niet makkelijker op de huizenmarkt. Dat is te wijten aan het structurele tekort aan beschikbare woningen. De hypotheekadviseur merkt op dat jongeren vorig jaar wel een kwart meer aanvragen voor een hypotheek deden in vergelijking met een jaar eerder.
De huizen- en hypotheekmarkt staat niet alleen door de woningnood onder druk. Ook de aanhoudende lage rente en toenemende concurrentie zorgen ervoor dat meer kopers zich op de markt willen begeven. Daarmee lijkt een daling van de huizenprijzen volgens de kenners niet reëel. Integendeel, een verdere stijging van de huizenprijzen is aannemelijker.
Vorig jaar profiteerden jongeren van maatregelen zoals het afschaffen van de overdrachtsbelasting voor starters onder de 35 jaar en het minder zwaar laten wegen van de studieschuld op het maximale te lenen bedrag. Ondanks die maatregelen moet de positie van de starter verder verbeterd worden, meent De Hypotheker.
De adviseur wijst erop dat de groep koopstarters heel groot is en afgelopen jaar maar een deel heeft kunnen profiteren van de lichte opleving in het woningaanbod. Door de onzekerheid over de gevolgen van corona en de huidige gunstige marktomstandigheden proberen veel huizenbezitters hun overwaarde te benutten. Tegelijkertijd waren er minder expats, waardoor het woningaanbod licht steeg.
Krapte
Eerder deze maand sprak makelaarskoepel NVM al zijn zorgen uit over de krapte op de woningmarkt. Bestaande woningen wisselden in het laatste kwartaal van 2020 voor een recordbedrag van 365.000 euro van eigenaar, dat is bijna 12 procent meer dan een jaar eerder. Koophuizen worden voor starters onbereikbaar en de doorstroming stokt. Kopers kunnen in doorsnee uit minder dan twee huizen kiezen. Dat is het laagste aantal in deze eeuw.
De NVM verwacht dat dit jaar minder nieuwbouwwoningen op de markt komen dan in 2020, onder meer doordat de besluitvorming bij gemeenten tijdens de coronacrisis is vertraagd.