Van Gogh: spotten, schelden en provoceren
Spotten, schelden en provoceren waren zijn specialiteiten. Als het zo uitkwam, maakte hij christenen belachelijk, hij stak graag de draak met het koningshuis, tegen moslims cultiveerde hij een diepe haat en verder grossierde hij in scheldkanonnades. De vanochtend vermoorde Theo van Gogh had dan ook veel vijanden.
In een column in HP/De Tijd maakte hij Jezus uit voor „rotte vis” en in Metro betitelde hij de islamitische profeet Mohammed als een „verkrachter” en „vieze oom.” Als columnist werd Van Gogh vanwege zijn provocerende uitspraken vrijwel overal ontslagen. Alleen op zijn website ”degezonderoker” kon hij ongestoord zijn gang gaan, en dat deed hij dan ook. Een uitgever bundelde zijn digitale aberraties en was de eerste oplage binnen de kortste keren kwijt.
Van Gogh -naar eigen zeggen een ver familielid van de schilder Vincent van Gogh- werd op 23 juli 1957 in Den Haag geboren en groeide op in Wassenaar. Na het afbreken van zijn rechtenstudie werd hij regisseur. Hij won enkele keren een Gouden Kalf, een van de hoogste Nederlandse onderscheidingen die een filmmaker kan krijgen.
Eerder dit jaar regisseerde hij de film ”Submission”, waarin VVD-kamerlid Hirsi Ali acteerde. In deze film figureren vier mishandelde vrouwen in een doorschijnend gewaad. Op de lichamen is een aantal vrouwonvriendelijke tekstfragmenten in het Arabisch gekalligrafeerd.
Na vertoning van de eerste fragmenten in een VPRO-programma verschenen op internet dreigberichten. Toen Van Gogh kort daarna in Den Haag een boek moest signeren, kreeg hij van de inlichtingendienst AIVD het dringende advies zich te laten beveiligen. „Het laat alleen maar zien hoe bedroevend het peil van de geciviliseerdheid is in sommige kringen. Ik laat me door dat soort mensen de mond niet snoeren”, reageerde hij.
Van Gogh was een groot bewonderaar van Pim Fortuyn. Volgens de auteurs Chorus en De Galan van het boek ”In de ban van Fortuyn” stond hij Fortuyn tijdens diens verkiezingscampagne in 2002 met raad en daad terzijde. Hij was op dit moment bezig met een film over de moord op Pim Fortuyn.
Van de politieke nazaten van Fortuyn in de Tweede Kamer moest hij niet veel hebben. Toen LPF’er Herben in zijn toenmalige hoedanigheid van fractieleider zich uitsprak voor het JSF-project, beweerde Van Gogh dat hij 100.000 dollar aan steekpenningen zou hebben aangenomen. Herben nam het niet en schakelde een advocaat in. Het leidde tot een schikking.
Een strafrechtelijke veroordeling wist hij steeds te ontlopen. Justitie zag in voorkomende gevallen af van vervolging omdat ze zag aankomen dat hij zich voor de rechter zou beroepen op zijn deelname aan het publiek debat.
Een typische Van Gogh-streek was de advertentie die hij op de naam van PvdA-politica Fatima Elatik op de voorpagina van Het Parool liet plaatsen. De tekst: ”Waarom zou een toneelstuk niet verboden mogen worden? Stem Fatima Elatik PvdA”. De advertentie sloeg op het afgelasten van de opera ”Aïsja en de vrouwen van Medina” na bedreigingen vanuit moslimkringen aan het adres van de spelers.
Over zijn provocerende epistels zei hij eens: „Ach, ik hoop echt dat ik hier 87 mag worden en dat ik de beker der gramschap helemaal tot op de bodem kan leegdrinken.”