DNB-baas Knot: economische klap tweede lockdown minder groot
De economische schade als gevolg van de tweede lockdown is minder groot dan die van de eerste lockdown. Bedrijven en werknemers in eurolanden konden zich gemakkelijker aanpassen aan de aangescherpte regels dan in het voorjaar, zegt president van De Nederlandsche Bank (DNB) Klaas Knot in een interview met Bloomberg TV. „We hebben allemaal een spoedcursus digitaliseren gehad.”
Knot erkent dat de tweede reeks lockdowns, waardoor in bijvoorbeeld Nederland fysieke winkels dicht moesten, schadelijk is voor de economie. Maar die klap is minder hard omdat veel geledingen van de economie zich hebben kunnen aanpassen. Mensen waren bijvoorbeeld vertrouwder met digitale hulpmiddelen om vanuit huis te werken. „Het laat de flexibiliteit van de economie zien”, aldus Knot. En waar Europese fabrieken na de corona-uitbraak vaak dicht moesten, is de klap voor de industrie nu veel minder groot dan in de eerste helft van 2020.
De Europese Centrale Bank (ECB) tuigde vorig jaar een massaal stimuleringsprogramma op om de recessie als gevolg van de pandemie te bestrijden. Met het opkopen van leningen voor een verwacht totaalbedrag van 1850 miljard euro hoopt de bank de rentes laag te houden. Daarnaast moeten uiterst goedkope leningen aan banken ervoor zorgen dat de kredietverstrekking aan bedrijven en huishoudens op peil blijft.
Knot, die ook deel uitmaakt van het ECB-bestuur, geef aan dat die lage rentes ook tot zorgen leiden over financiële bubbels. Doordat geld lenen zo goedkoop is en obligaties amper rendement opleveren, stijgen bijvoorbeeld de waarderingen van aandelen heel hard. „Ik ben bezorgd over bij-effecten van monetair beleid. Maar in crisistijd kunnen we nu weinig doen aan de wisselwerking. We houden altijd in de gaten of het beleid proportioneel is.” De centralebankpresident gaf aan dat op een later moment kritisch gekeken moet worden naar de negatieve bijwerkingen van de lage rentes.
De ECB kampt de laatste maanden ook met de sterke euro. Doordat de munt duur is, zijn geïmporteerde producten relatief goedkoop. Als de inflatie in de eurozone om deze reden te laag blijft, heeft de ECB volgens Knot middelen achter de hand om de verdere stijging van de euro aan te pakken.